maandag 28 december 2015

STRIJDEN

Als leven in harmonie je ultieme doel is, hoe krijg je dat dan voor elkaar, wanneer je voortdurend hobbels op je pad tegenkomt? Hobbels, die het leven vervelend maken? Ieder mens komt dagelijks met frustrerende dingen in aanraking, die stress opleveren. Puberende kinderen, onwillige organisaties, een reorganiserende werkgever, de trein die niet op tijd rijdt......  Heel irritant allemaal. En slecht voor je gemoedsrust.
We willen allemaal graag dat ons leven rustig en soepel verloopt. Helaas, dat bestaat niet. Maar we kunnen wel streven naar zo veel mogelijk.
Soms moet je daarvoor iets bevechten, en soms kun je dingen beter laten rusten.
Maar hoe weet je nou voor welke van die twee je moet kiezen? 


Waarom strijden we eigenlijk?
Uit lijfsbehoud. Uit winstbejag. Voor erkenning. Voor onze overtuigingen. Vanwege ons rechtvaardigheidsgevoel. Tegen gekte. Tegen aanvallers. En om op te komen voor anderen.
Waarvoor strijden we?
Voor onszelf. En voor onze sociale groep.

Dat brengt mij op het volgende.
Ego en moraal. 
Het ego zegt tegen ons: "Ik wil. Mijn behoeftes moeten worden vervuld. Hoe dan ook."
Gelukkig hebben we allemaal geleerd dat dat niet kan. Althans lang niet altijd. Want het leven is zo veel aangenamer als we ook rekening houden met de wensen en behoeftes van anderen. 
We hebben, als mensheid, dus een keuze. Omdat we denkende wezens zijn, met een vermogen tot abstractie. Kunnen redeneren vanuit algemeen belang. En met een vermogen tot liefhebben.
Liefde stelt ons in staat om ons ego in bedwang te houden. Want wanneer je iemand liefhebt, dan streef je er juist naar dat het de ander goed gaat. Ook als jij dan niet krijgt wat je zelf wilt.

Is dat iets dat we hebben geleerd, of zit dat al in onze kern? Hebben we die kennis meegekregen via onze genen?
Prof. de Waal heeft onderzoek daar over gedaan bij dieren. Dit is zijn standpunt. Zie daarvoor dit artikel:



Om te overleven moeten we de ene keer helpen en de andere keer vechten. Zowel om te overleven als individu, als om te overleven als soort.

Weten wanneer je voor jezelf moet kiezen heeft te maken met verantwoordelijkheid. De ene keer is het belangrijk voor jou en voor de ander dat jij krijgt wat je nodig hebt; en de andere keer is het belangrijk voor jou en voor de ander dat de ander krijgt wat hij nodig heeft. Het leven is dus niet puur altruïstisch, net zomin zijn geven en nemen automatisch altijd in balans, en egoïsme helpt ons eigenlijk alleen maar om in actie te komen. Het ego is nodig om te bepalen wat we zelf nodig hebben, de moraal is nodig om te bepalen wat nodig is in algemene zin.
En soms moeten we strijden om het een of het ander te bereiken.

Strijden kan soms net zo moeilijk zijn als dingen laten rusten. Dingen laten rusten, kan een strijd op zich zijn; wanneer het jouw karakter is of als je vooral hebt geleerd om altijd in actie te komen, dan is niks doen heel erg moeilijk. Het omgekeerde bestaat natuurlijk ook: wanneer je altijd je mond houdt, dan leer je niet om te strijden, en om voor jezelf op te komen.
In beide situaties maak je als het ware geen keuze: je gedrag leidt automatisch tot die ene uitkomst. Of je vecht, of je houdt je stil. Veel mensen hebben gewoonweg geen gedragsalternatieven. 

Heel vaak is het zo dat de zwakkeren in de samenleving niet assertief zijn. Simpelweg omdat ze het niet geleerd hebben, of omdat ze het niet meer kunnen. Hebben de sterkeren in de samenleving dan de taak en de verantwoordelijkheid om het voor hen op te nemen? Uit de onderzoeken van prof. de Waal blijkt dat dieren dat doen. Empathie, beschaving, moraal, geef er maar een woord aan. Doen wat het juiste is. Dat is de norm.

Het dagelijks omgaan met onze situaties, ons bewust zijn van de keuzes die we hebben, en het leren daarvan, maken ons menselijk. Erkennen dat we vaak niet weten wat we moeten doen, en erkennen dat we dingen soms niet goed doen, erkennen dat we leren van onze fouten en gebreken, dat maakt ons nog veel menselijker. En ook dat is een strijd op zich.
En mensen die die strijd met zich zelf niet aangaan? Wat doen we daarmee? Helpen we hem tot in het oneindige? Wanneer houdt verantwoordelijkheid op?
Mag een strijd voor of tegen een ander ten koste gaan van jezelf?
Bijvoorbeeld zoals in oorlogstijd wanneer soldaten zich volledig opofferen voor hun maten? 
Hoe lang en wanneer is strijd en opoffering verantwoord?

Iedereen moet voor zichzelf antwoorden bedenken op deze vragen. Ze hangen af van je persoonlijke keuzes, de liefde voor de ander, moreel besef, en je verantwoordelijkheidsgevoel in de betreffende situatie.
Kortom, soms moet je vechten, soms moet je helpen. En soms moet je helpen de ander te leren vechten. Of moet je ze helpen om bij zichzelf naar binnen te kijken. En soms moeten we leren te accepteren dat er dingen zijn die we niet kunnen beïnvloeden of veranderen. 
En laten rusten.









CITATEN:



Human progress is neither automatic nor inevitable... Every step toward the goal of justice requires sacrifice, suffering, and struggle; the tireless exertions and passionate concern of dedicated individuals.

Martin Luther King, Jr.



All live demands struggle. Those who have everything given to them become lazy, selfish, and insensitive to the real values of life. The very striving and hard work that we so constantly try to avoid is the major building block in the person we are today.
Pope Paul IV


The most beautiful people we have known are those who have known defeat, known suffering, known struggle, known loss, and have found their way out of those depths.

Elisabeth Kubler-Ross



I saw courage both in the Vietnam War and in the struggle to stop it. I learned that patriotism includes protest, not just military service.

John F. Kerry














zaterdag 26 december 2015

HEEL DE MENS

Door de eeuwen heen wordt er in oorlogstijd tijdens de kerstdagen meestal een staakt-het-vuren afgesproken. Kerst hoort vredig te zijn.
Ik wil dat ook!

Maar dat lukt me niet altijd: vredig zijn, bedoel ik. In de afgelopen dagen was ik weer erg boos. Terwijl ik dat helemaal niet wil zijn. Dat is ook niet goed voor me.
Wat was er aan de hand?
Het gaat al een tijdje niet zo goed met me, fysiek. De huisarts besloot mij te laten opnemen in het ziekenhuis, voor onderzoek. Echter, daar aangekomen, bleken de artsen daar niet erg happig op. Ik moest onverrichter zake weer naar huis. Terwijl ik echt doodziek was. Maar ze hadden niet gerekend op mijn verbale vaardigheden en mijn vasthoudendheid. Dus werd ik toch opgenomen; vervolgens werden achtereenvolgens zes artsen in stelling gebracht om mij ervan te overtuigen dat er geen onderzoek nodig was. Uiteindelijk lukte het mij toch om te bewerkstelligen dat de zevende arts wél onderzoek deed.
Pure Kafka....
Bureaucratie, protocollen, logistieke plaatjes, en verantwoordelijkheden afschuiven: dat is wat er gebeurde.
Over twee weken wordt het nieuwe ziekenhuis geopend. Prachtig hoor, maar wat zouden de kosten daarvan zijn?

En wat gebeurt er met de zieke patiënt?
Ik word zo moe van strijd in de zorg!




Dat brengt mij op mijn situatie bij de thuiszorg.
Als lid van de cliëntenraad van thuiszorg Maartje heb ik enkele weken geleden een notitie geschreven over het omgaan met bezuinigingen en de consequenties daarvan voor cliënten. 

Hieronder volgt de integrale weergave daarvan.




MAARTJE  HEEL DE MENS
Kwaliteit van zorg, nu en in de toekomst, vanuit cliëntperspectief 


Brainstorm-notitie
in deze tijd van bezuinigingen en bijbehorende  servicebeperkingen en korting op indicaties, stel ik voor om eens van gedachten te wisselen over de betekenis van de slogan “heel de mens”. Met de vraag of we daar in de toekomst een (nieuwe) concrete invulling aan kunnen geven. Bij deze mijn voorzetje:

Inleiding
 Het lijkt wel of organisaties in de thuiszorg tegenwoordig hetzelfde meemaken als hun progressief chronisch  zieke cliënten: ze moeten inleveren! Verlies van functie, van mogelijkheden en van inkomen. Als ervaringsdeskundige weet ik dat je elke keer bij verlies door een rouwproces moet. Maar het leven gaat wel door dus je moet het voor jezelf oplossen. Mijn manier is: schrikken, slikken en dan doorgaan! 
 Maartje maakt dit nu ook mee. En vooral de  basismedewerkers voelen dat aan den lijve. Voor zichzelf qua inkomen en manier van werken, maar ook daar waar hun passie ligt: in het service kunnen verlenen aan cliënten. Met name hún        rouwproces richt zich daardoor nu op de betekenis van de slogan Maartje Heel de mens. 
 Deze notitie is nu van mijn kant een poging om hén te helpen. Door een discussie op gang te brengen over inhoud en betekenis van de slogan, nu en in de toekomst. Want ik weet als geen ander, dat je alleen verder komt, door deze gedachte: “Blijf niet hangen in wat niet meer kan, maar ga doen wat wel kan “. 

Ik ben sinds ongeveer twee jaar in zorg bij Maartje, en in die tijd is mij eigenlijk nooit helemaal duidelijk geworden wat de slogan “heel de mens” nu precies  inhoudt. Wens-tijden, een visje van de markt. Ach ..... Ik heb het voor mezelf altijd maar zó vertaald als: “iets extra’s doen voor de cliënt.” En met dát als uitgangspunt heb ik telkens haarfijn aangevoeld welke van mijn verzorgenden een “Maartje” zijn, en welke niet.
Is dat subjectief? Natuurlijk. Want zorg is subjectief. Mensenwerk.
Of kun je mijn beleving ook objectiveren? Veralgemeniseren? Wanneer de “extra’s” uit het verleden niet meer mogelijk zijn, kun je  “heel de mens” dan tóch in de cultuur tot uitdrukking blijven laten komen? Een Maartje-cultuur? En wat is dat dan? En hoe doe je dat dan?

Heel de mens
Verzorgenden, de direct uitvoerenden dus, zijn naar mijn mening het gezicht van de organisatie. Zij zijn daarmee de cultuurdragers. Dragen dagelijks de organisatievisie uit tijdens hun contact met de cliënt. Dus als er een algemene Maartje-cultuur bestaat, dan moet die toch ook bepalend zijn voor een specifiek soort zorgkwaliteit?
Staat Maartje bijvoorbeeld voor: Alles in onderlinge samenhang bezien?

Dan zouden dit de uitgangspunten kunnen zijn voor het bepalen van de Maartje-waarden mbt kwalitatief goede zorg, waarbij als achterliggende stelling geldt: “Een blije, tevreden verzorgende zorgt voor een blije, tevreden cliënt”.

1- Kwaliteit van zorg en tevredenheid daarover worden bepaald in de directe interactie tussen zorgverlener en zorgontvanger, tijdens het dagelijks handelen.
2- Goede zorg is derhalve situationeel gebonden, wordt subjectief beleefd, en is tegelijkertijd een groeiproces. Een proces waarin zorgverlener en -ontvanger evenwaardige partners (behoren te) zijn. Die in elkaar investeren. Die, al doende, sámen hun "zorgstandaard" ontwikkelen.  

Toekomstvisie
Als je geen extra tijd en geen visje meer kunt geven, wat dan wél? Dan moet je je er volgens mij als organisatie sterk voor maken dat je echte Maartjes inzet. En die onderscheiden zich volgens mij van anderen door deze waarden:
- Grote handelingsvaardigheid
- Betrokkenheid en inzet
- Oprechte aandacht. 
- Onderlinge wisselwerking.
Dat laatste is essentieel. Iedereen kent het fenomeen dat je van de ene mens energie krijgt, en dat de ander je leegzuigt. De eerste heb je graag om je heen, en de tweede vermijd je het liefst. Maar het mooiste is het gevoel als geven en nemen met elkaar in balans zijn. 
 En contact en daarmee uitwisseling van energie zijn en blijven er tussen cliënt en medewerker nu eenmaal volop. Of je als cliënt nu 10 minuten zorg krijgt, of drieënhalf uur per dag, dat maakt in principe niet uit. Dus daar ligt volgens mij het aangrijpingspunt voor de discussie over de invulling van de slogan heel de mens. 
En dat betekent volgens mij dat de organisatie heel goed moeten kijken naar welke koppeltjes gevormd worden.

Conclusie
Dus behalve algemene (maartje)kwaliteitseisen die je aan verzorgenden stelt Is het voor cliënten van levensbelang dat je de (voor jou)  juiste mensen over de vloer krijgt. 
Een goede match zorgt voor iets extra’s, namelijk elkaar aanvullende energie. Daar worden dus zowel wij als de verzorgenden “beter” van!
En daarmee hebben wij dan beiden, cliënt en verzorgende, baat bij het onderlinge contact en is de slogan “heel de mens” voor alle mensen in het primaire proces weer van toepassing geworden.


Fem 19-11-2015.




Zie eventueel ook mijn blog over kwaliteit van zorg; 

http://femdijkman.blogspot.nl/2015/06/kwaliteit-van-zorg.html






woensdag 16 december 2015

OUD EN NIEUW INLUIDEN

Dit blog is eerder gepubliceerd op msweb.nl 


Altijd wanneer ik Stephen Hawking (de wereldberoemde natuurkundige en kosmoloog met ALS, in zijn rolstoel en met zijn geavanceerde spraakcomputer) op tv zie, kan ik het niet nalaten om een vergelijking met mezelf te maken. Ik ben namelijk bijna net zo opgesloten in het eigen lichaam als hij. En hij heeft me er bewust van gemaakt dat mijn leven met ms zich lijkt af te spelen in verschillende parallelle universums.

Dat begon al gelijk bij de diagnose: ik werkte destijds als hoofd P&O bij de sociale werkvoorziening. "Oh, dan sta je nu dus met één been in de ene wereld, en met het andere been in die andere wereld", zei de neuroloog  tegen me. Tja. Maar waar stond mijn góede been dan? Ik was de weg kwijt en de hulpverlener in mij had hulp nodig. Want het oude bekende werkte niet meer, en het nieuwe werkte nog niet. Waar moet je dan naar toe? En hoe kom je daar? Zonder tijdmachine duurt het even voordat je dat in de gaten hebt en je je beste beentje weer voor kunt zetten. En ook dan nog moet je jezelf keer op keer opnieuw uitvinden: in al die onverenigbare oude en nieuwe rollen in het maatschappelijke leven.
Tot het moment dat ik ziek werd, kon ik bijvoorbeeld ongebreideld voor werkgever spelen. Daarna voelde ik me ook ineens werknemer. En behalve dienstverlener ook tegelijkertijd cliënt. En professional én hulpbehoevend. Geloof me, in die nieuwe posities voel je je een stuk kwetsbaarder. En zelfs na twintig jaar ziekte ben ik er nog niet aan gewend.

Even terug naar mijn voorbeeld Stephen Hawking: hij speelt weliswaar altijd en overal de rol van 'superstar', reist de hele wereld rond, staat op podia voor gevulde zalen, maar degene die hem 's morgens moet wassen ziet een totaal afhankelijke, kwetsbare man, wiens genialiteit op dat moment alleen maar in zijn hoofd bestaat. Dat geniale zit er dan wel in, maar het kan er niet uit. Erg lijkt me dat.

Dat ik ooit zélf niet meer zal kunnen communiceren, dat is mijn grootste angst. Want als je jezelf niet meer tot uitdrukking kunt brengen, wat gebeurt er dan met je? In je privé-wereld lijkt me dat het allerergste. En in de buitenwereld? Wanneer werkgevers, verkoopsters, organisaties of verzekeraars je letterlijk niet meer zien staan (of zitten), omdat je je niet meer kunt laten horen, wat moet je dan?

Mijn oplossing is dat –zolang we dat kunnen-  nú dan maar wat harder moeten praten dan normaal, om gehoord te worden. En eventueel steeds luider. Tot we het respect ontvangen dat we verdienen. Omdat ook wíj supersterren zijn. En omdat we als  'categorie' kennelijk  steeds meer voor onszelf móeten  opkomen. 
Daardoor leren we onszelf overigens wel steeds beter kennen. We voelen sneller wat van waarde is en wat we willen. En we zien nu misschien wel dingen van onszelf die anders nooit aan het licht waren gekomen. Mijn rolstoel-gebonden leven biedt mij persoonlijk dus nog altijd de mogelijkheid om nieuwe dingen te leren. En dat laatste maakte mij altijd al tot wie ik ben, en waarom ik ook nu nog steeds trots op mezelf kan zijn. Die voortdurende zoektocht van onze oude naar onze nieuwe levens brengt ons op plekken die niet alleen het kwetsbare, maar juist ook het bijzondere in ons aantonen.
Net zoals een mooie klankschaal waar een barstje in komt, nog steeds een mooie schaal kan zijn. Waar misschien zelfs wel een prachtig  licht door het barstje heen schijnt, dat eerder niet te zien was .....
Een aardig filosofietje, zo aan het eind van het oude jaar, nietwaar?

Ik wens iedereen van harte dergelijke positieve gedachten over zichzelf toe! En bovendien dat ze als vanzelf  bij u mogen opborrelen, wanneer u met iets lekkers bij de kerstboom zit. Maar vooral wens ik u vrolijke, gezellige feestdagen, en alvast een heel voorspoedig, welluidend  en licht nieuw jaar!
Of zoals we hier in Twente zeggen: "Heel veul geluk in 'nen tuk!"



Leonard Cohen, Anthem: http://youtu.be/mDTph7mer3I





CITATEN:

You are never too old to set another goal or to dream a new dream.

C. S. Lewis



Leonard Cohen
"Anthem"

The birds they sang 
at the break of day 
Start again 
I heard them say 
Don't dwell on what 
has passed away 
or what is yet to be. 
Ah the wars they will 
be fought again 
The holy dove 
She will be caught again 
bought and sold 
and bought again 
the dove is never free. 

Ring the bells that still can ring 
Forget your perfect offering 
There is a crack in everything 
That's how the light gets in. 

We asked for signs 
the signs were sent: 
the birth betrayed 
the marriage spent 
Yeah the widowhood 
of every government -- 
signs for all to see. 

I can't run no more 
with that lawless crowd 
while the killers in high places 
say their prayers out loud. 
But they've summoned, they've summoned up 
a thundercloud 
and they're going to hear from me. 

Ring the bells that still can ring ... 

You can add up the parts 
but you won't have the sum 
You can strike up the march, 
there is no drum 
Every heart, every heart 
to love will come 
but like a refugee. 

Ring the bells that still can ring 
Forget your perfect offering 
There is a crack, a crack in everything 
That's how the light gets in. 

Ring the bells that still can ring 
Forget your perfect offering 
There is a crack, a crack in everything 
That's how the light gets in. 
That's how the light gets in. 
That's how the light gets in.






zondag 13 december 2015

OUDERDOM

Kent u die brillenreclame, waarin een jonge meid per ongeluk in een bejaardentehuis terecht komt om haar dans-sport-training te geven, en dat dan alle bejaarden fanatiek aan de les meedoen? Je ziet die mensen dan ineens heel anders he?


In dagblad Trouw stond deze week een mooi artikel van Maartje Wortel:
Zij beschrijft daarin wat ze heeft geleerd naar aanleiding van haar bezoek aan een verzorgingstehuis. Over hoe jonge mensen tegen ouderdom aankijken, en over wat ouderdom met mensen doet die het ouder worden zélf ondergaan.

Ik las dat toevallig vandaag, de  geboortedag van mijn vader. Hij zou 95 zijn geworden; maar hij is 28 jaar geleden overleden. Mijn moeder leeft ook niet meer, zij stierf vijf jaar geleden. Ook beide schoonouders zijn er niet meer. Ik leid dus een leven waarin ik nu zelf de oudste generatie ben. Met mijn 58 jaar voel ik me overigens 30: jong van binnen, en dat eigenlijk mijn hele leven al. Mijn geest als de constante leeftijdsfactor: dertig jaar lang voelde ik me ouder dan mijn werkelijke leeftijd, en nu al weer bijna dertig jaar voel ik me jonger dan ik in werkelijkheid ben.
Met het overlijden van mijn moeder mis ik, behalve haar aanwezigheid, ook mijn referentiekader. Door haar kon ik mezelf in mijn échte leeftijd zien. Zij was bijna dertig jaar ouder dan ik en dat wíst ik. 

Als je de oudste bent geworden, dan valt dus de ouderdom om je heen weg. Mogelijk moet je juist dáárom wel jong van hart blijven. Misschien ook ter compensatie van het toenemende gebrek aan zichtbaarheid voor de jeugd. Omdat zij jou niet meer in je ware aard kunnen of durven te zien omdat je lichaam is veranderd. Het kleine meisje, de sportieve jongeling, de gelukkige jonge vrouw, de hard werkende professional: ze leven uiteindelijk hooguit in de persoonlijke herinnering voort. Van jouwzelf en van je naasten.

Zo af en toe kom ik zelf in een verzorgingstehuis op bezoek. En ik moet eerlijk zeggen: ik schrik telkens opnieuw van de aanblik, en vervolgens van mijn eigen reaktie daarop. Wat maakt de sfeer in een verzorgingstehuis voor mij toch zo beklemmend? Is het de omvang van het verval dat op je afkomt? Één oudere in je omgeving geeft je het juiste perspectief over jezelf, maar vijfentwintig ouderen en rolstoelers in het restaurant van een tehuis zijn teveel van het goede? Te confronterend voor mijn kwetsbare ego? 
Waar ben ik dan precies bang voor? Komt het te dicht bij mezelf, nu ik in een rolstoel zit? En ouder word? Of had ik dat gevoel als kind ook al, toen ik mijn oma bezocht in het tehuis? Zeker!

Ik was destijds jong en het tehuis was oud. Nu ben ik oud en de tehuizen zijn jong. Maar het gevoel is hetzelfde. Het ligt dus niet aan de gebouwen. 
Maar aan de sfeer die er heerst.

Misschien is het wel het licht!
Dat, wanneer het er te donker is, met bruine muren en te weinig lampen, te lage plafonds, de sfeer als vanzelf neerdrukkend wordt. Depressief-makend. 
Hoe blijven bewoners in zo'n situatie zichzelf? In een omgeving bovendien waarin vele ouderen sowieso al zichzelf zijn kwijtgeraakt door dementie. Wat doet dat met het zelfbeeld van de ouderen die geestelijk gezond zijn? En hoe kunnen anderen hen dan nog in hun ware zijn herkennen? 

Zouden we mensen die we niet meer zo goed kunnen zien dan niet beter in het zonnetje kunnen zetten?
Zodat álles beter zichtbaar wordt?
En wij ánders leren kijken?

Of: Allemaal een nieuwe bril!

Bingo!







CITATEN:

The great secret that all old people share is that you really haven't changed in seventy or eighty years. Your body changes, but you don't change at all. And that, of course, causes great confusion.

Doris Lessing



When old people speak it is not because of the sweetness of words in our mouths; it is because we see something which you do not see.

Chinua Achebe



There's one more terrifying fact about old people: I'm going to be one soon.

P. J. O'Rourke



De tijd is gestopt met tikken, samengebald binnen de muren van het tehuis, en paradoxaal genoeg lijkt de tijd juist daardoor op een eindeloze vlakte: als iets waar je onmogelijk uit kunt ontsnappen. Als iets waar je lusteloos en moedeloos van wordt, juist omdat het besef ervan zo aanwezig is op deze plek.
Maartje Wortel




woensdag 9 december 2015

SAMENHANG

Vandaag, 9 december 2015, behandelt de Tweede Kamer de ratificatie van het VN-verdrag voor mensen met een beperking. Nederland is daarmee één van de allerlaatste landen ter wereld die de invoering van dit verdrag ter hand neemt. Vrijwel alle derde-wereld landen zijn ons daarin vóór gegaan. 
Laat ik voorop stellen: (chronisch) zieken en gehandicapten hebben het niet slecht in Nederland. De toegankelijkheid van samenleving en zorg zijn in de praktijk redelijk gewaarborgd. Ook zonder VN-verdrag. 

Althans, als we het nog kunnen betalen. Zorg ontvangen kost de zieke Nederlander zo veel geld (eigen bijdrage zvw, eigen bijdrage wmo en eigen bijdrage wlz), dat voor het gemiddelde gezin met een zieke in hun midden geen geld overblijft voor krant, uitjes en vakantie.  Er heerst veel armoede, óók in gezinnen met een goed inkomen. Er is dus slechts een beperkte aansluiting op de samenleving.

Bezuinigingen in de zorg worden rechtstreeks afgewenteld op zorggebruikers. Is dat eerlijk?
Ik heb er niet voor gekozen om MS te krijgen. En ik ben ook nooit onvoorzichtig geweest ofzo, dus het is ook niet mijn eigen schuld dat ik ziek ben. Nee, het is gewoon stomme pech dat ik er door getroffen ben. En het kan iedereen overkomen. Wanneer jou dat gebeurt, dan heb je geen keuze. Je móet zorg afnemen, omdat je absoluut geen levenswaardig bestaan hebt zonder verzorging.
Huisarts, medisch specialisten, apothekers, fysio en andere paramedische behandelaars, medische hulpmiddelen en niet te vergeten de dagelijkse thuiszorg: ze maken integraal deel uit van mijn bestaan.

Integraal, omdat het één niet zonder het ander kan. Alles hangt met elkaar samen. 
Mijn hele leven is ermee verweven. Sterker nog, ik ben er volkomen afhankelijk van. Goede zorg, door de juiste mensen, is voor mij letterlijk van levensbelang. 

Bezuinigingsmaatregelen zetten dat steeds meer onder druk. Volgens art.1 Grondwet mag geen onderscheid worden gemaakt tussen mensen. Maar onze wetgever denkt in zijn bezuinigingsdrift niet na over de gevolgen van maatregelen voor mensen die afhankelijk zijn. Waarom moet ik een onevenredig groot deel van mijn gezinsinkomen inleveren terwijl ik ook al alle levenskwaliteit heb ingeleverd? 
Maandelijks minimaal 20% van ons inkomen afdragen voor zorg, en dat nu al zo'n 10 jaar lang, dat dóet iets met ons. Mijn man en ik zijn er vaak zó klaar mee.
Wanneer houdt het nou eens een keer op?
Dit verhaal geldt voor alle gezinnen in Nederland die getroffen zijn door het lot. 
De éne zieke reageert er op door te vluchten, de andere wordt strijdbaar. Maar we waren al zo verschrikkelijk moe, dus hoe lang houden we dat vol?

En hoe lang houden zorg-verleners het nog vol? Onze steun en toeverlaat? Onze eerstelijns hulpverleners worden al jaren geconfronteerd met budgetterende zorgverzekeraars. Het water staat hen vaak aan de lippen. 
Thuiszorg-organisaties moeten nu ook mee in het jaarlijkse circus van contracten tekenen. Wat betekent dat? Bezuinigen natuurlijk. En wie treft dat vooral? De cliënt en zijn verzorgende.
Tegenwoordig wordt niet alleen de cliënt uitgekleed, maar de zuster óók.

Want het management van de thuiszorgorganisatie kijkt als vanzelf eerst naar de grootste post op de begroting. De loonkosten. En omdat de toekomst onduidelijk is, wil je je als bestuur van zo'n bedrijf niet al te zeer vastleggen. Nee, ze kiezen voor een zogenaamde flexibele schil rondom hun vaste personeelsbestand. Degenen met een tijdelijk contract maken daarom een rondedansje van de ene naar de volgende organisatie. En de cliënt moet telkens opnieuw wennen aan nieuwe gezichten en handen aan het bed. Keer op keer je verhaal doen en je wensen kenbaar maken. En maar hopen dat het een beetje klikt. 
Wat zei ik ook al weer? We zíjn al zo moe!

Wie neemt het voor ons op? De Nederlandse samenleving is versnipperd. Allemaal deelbelangetjes. De samenhang lijkt totaal verdwenen. Nederland: het oude huis met al zijn zuilen is gedesintegreerd. 
Het gevolg is dat zwakke schouders zware lasten moeten dragen. 

Integraal besturen, houdt dat in dat Parlement en organisaties de samenhang van besluiten en hun gevolgen in het oog houden? Een zuivere afweging maken tussen draagkracht en draaglast? 
Bedenken dat de participatiesamenleving een vóór- en achterkant heeft, maar dat iedereen in het Huis Nederland een goed bestaan verdient? 

Met als doel dat werkelijk niemand wordt uitgesloten van de samenleving?






 CITATEN:


To me, it really seems visible today that ethics is not something exterior to the economy, which, as technical matter, could function on its own; rather, ethics is an interior principle of the economy itself, which cannot function if it does not take account of the human values of solidarity and reciprocal responsibility.

Pope Benedict XVI




Primate and elephant and even pig societies show considerable evidence of care for others, parent-child bonding, solidarity in the face of danger, and so on.

Christopher Hitchens




PUBLICATIES:

Iederin: VN-verdrag:






6000 banen verdwenen in langdurige zorg:




Bewindvoerders TSN vrezen slecht loon en zorg


FNV: acties in de zorg helpen:















zondag 6 december 2015

GEZELLIGHEID

"Gezelligheid kent geen tijd!".

Wat betekent dat eigenlijk? 
Dat, wanneer het gezellig is, de tijd voorbij vliegt? Of dat gezelligheid niet gebonden is aan "gezellige momenten" zoals feestjes, maar dat het gewoon altijd gezellig kan zijn, wanneer je maar wilt?
En dat er dus eigenlijk helemaal geen voorwaarden verbonden zijn aan gezelligheid? Het woord gezelligheid schijnt een uniek begrip te zijn in de wereld; het is niet te vertalen. Dus als je een buitenlander wilt uitleggen wat gezelligheid is, dan kom je aan het worstelen. En toch weet elke Nederlander wat het betekent, en weten we precies van elkaar wat we bedoelen. En we voelen ook haarfijn aan wanneer het daadwerkelijk gezellig is.
Een heel groot feest is niet per definitie gezellig. Maar met z'n tweeën aan tafel met thee en een koekje kan wel heel gezellig zijn. Gezelligheid heeft te maken met een gevoel van verbonden zijn met degene(n) waarmee je bént. Samen-heid. Iets deelt. Open staat voor elkaar. In een sfeer van hartelijkheid. Warmte. 

Hoewel, in je eentje kun je het ook gezellig hebben. En in een flow raken. Echter, zodra je je alleen voelt in gezelschap, is het dus niet gezellig. Ook al is het gesprek om je heen geanimeerd, muziekje aan, hapje en drankje, en het interieur van de omgeving aangenaam met warme kleuren en een kaarsje. Als je je er niet thuis voelt, doe je niet mee. Hoor je er niet bij. Je bent niet aangesloten. De omstandigheden zijn optimaal, maar het resultaat: eenzaamheid.


Op het werk zijn de omstandigheden lang niet altijd afgestemd op onze behoefte. Nederlanders zijn gericht op gelijkheid. En het lijkt erop dat organisaties steeds autoritairder worden geleid. Dat strookt dus niet met elkaar. 
Maar toch: ook in een zakelijke omgeving kan het best gezellig zijn. Een gezamenlijk doel nastreven werkt beter wanneer het in een goede onderlinge sfeer gebeurt. Wanneer je echt naar elkaar luistert, en samen kunt lachen. Een vergadering bijvoorbeeld: niemand gaat daar graag naar toe, want die zijn zelden leuk. Maar in goed gezelschap, waarin men elkaar waardeert en respecteert, waar ruimte is voor een kwinkslag en een lach, kan zelfs een vergadering gezellig zijn. Ook dan kent gezelligheid geen tijd. Dus zo'n vergadering mag best iets uitlopen. Dat vindt je dan alleen erg als je eerder wegmoet, om op tijd op je volgende afspraak te zijn. 
Dingen sámen oppakken leidt tot versnelling.
Gezelligheid kan dus heel productief zijn. 


Zou er dan een relatie bestaan met dit spreekwoord "Tijd is geld" ?










CITATEN:

Ik verkoop geen bier, ik verkoop gezelligheid.
Freddy Heineken



dinsdag 1 december 2015

RUSTIG

Hoe lang kun je het in een moeilijke situatie volhouden?

Dat hangt voor een groot deel af van je geneigdheid om de oorzaak van problemen binnen dan wel buiten jezelf te zoeken. Het bijpassende woord hiervoor in de psychologie is attributie.

Mensen die de oorzaak van hun problemen buiten zichzelf leggen, zullen geneigd zijn om een zondebok te zoeken voor hun situatie. Vaak gaat het daarbij  dan om zeer irreële omgevingsfactoren, zoals het weer, of de bus die te laat komt. Het kunnen echter ook ménsen zijn die als zondebok worden aangewezen. Die mensen kunnen daar zwaar onder lijden. Hen wordt dan iets verweten, waar ze eigenlijk part noch deel aan hebben.
Vooral in groepen zoals gezinnen, of werk, is dit funest. Een bijkomend probleem is bovendien dat wanneer de zondebok vertrekt, er onmiddellijk een nieuwe moet worden aangewezen door de groep. Dit is voor die groep de enige mogelijkheid om hun systeem in stand te houden. De hele groep spant samen om hun eigen wankele evenwicht te bewaren en blijft dus op zoek naar een externe factor, die de schuld kan krijgen van alles. 

Wanneer je aan de andere kant echter erg geneigd bent om de oorzaak van problemen vooral binnen jezelf te zoeken, dan moet je je wapenen tegen de spanningen die dat van binnenuit oproept. Dat leidt vaak tot stress en heeft gevolgen voor je hele constitutie: hormonen als cortisol (die er in de oertijd voor dienden om te kunnen vechten of vluchten), zorgen voor een hoge mate van spierspanning. De innerlijke onrust en pijn richten zich dus vervolgens naar buiten. Gevolg: nekklachten, schouderklachten, hoofdpijn, et cetera.
Als je met een dergelijke persoonlijkheid dan ook nog eens de zondebok bent, dan heb je een dubbel probleem. In de eerste plaats krijg je de schuld van dingen waar je niks aan kunt doen. En in de tweede plaats richt de pijn daarover zich ook nog eens op jezelf. 
Goed, je hebt dan twee opties in zo'n situatie. Of je gaat vechten, of je besluit om te vluchten. Als je hebt te maken met mensen met een externe attributie, dan heeft vechten geen enkele zin. Deze mensen zul je nooit met reële argumenten kunnen bereiken. Alleen hun eigen wereldbeeld telt voor hen, dat is heilig. 
De enige oplossing is dan: bewaar je zelfbeheersing en vertrek. Zorg voor jezelf. 

Je zelfbeheersing bewaren. Hoe doe je dat? Wat is daar voor nodig?
Doorzettingsvermogen?
Wilskracht?
Karaktersterkte?
Waardenbesef?
Impulsbeheersing?
Opvoeding?

Al die dingen kunnen een positieve uitwerking hebben op jezelf en op anderen. Mensen met deze eigenschappen zijn vaak erg succesvol. 
Creëren rust, structuur. Maar het werkt dus op de lange termijn alleen als je je gevoelens zowel van buiten als van binnen onder controle hebt. Als je weliswaar je gedrag onder controle hebt, maar je gevoelens niet, dan saboteer je uiteindelijk jezelf. Uiterlijke rust en innerlijke rust horen hand in hand te gaan. 


In de huidige hedonistische tijdgeest hebben veel mensen nogal moeite met inpulsbeheersing. Ze hebben niet geleerd hun verlangens onder controle te houden. En hun behoeftevervulling kan behoorlijk ten koste gaan van anderen. 
Vooral van mensen die hun gevoelens goed onder controle houden terwijl ze tekort worden gedaan.

In situaties waarin je getergd wordt, is het van belang je gevoelens te onderkennen, te accepteren en te uiten. Om de innerlijke spsnning af te voeren. Maar dan wel op een manier die bij je past. Als je beheerst bént, moet je ook beheerst dóen!  Pas je aan aan de omstandigheden en je mogelijkheden. Maar kom wél op voor jezelf. Wees assertief. Zelfbescherming is niet alleen een oerdrift maar ook een morele plicht. Want je bent een mooi mens en verdient het om je leven zo lang mogelijk vol te houden, in balans, geluk en gezondheid.

Dit leidt uiteindelijk tot 
Survival of the fittest....




Survival of the fittest:
Vita da mamma, partly cloudy







CITATEN


I get those fleeting, beautiful moments of inner peace and stillness - and then the other 23 hours and 45 minutes of the day, I'm a human trying to make it through in this world.

Ellen DeGeneres