dinsdag 26 mei 2015

TIJDMACHINE

Zou de relativiteitstheorie ook op ieders individuele leven van toepassing zijn?

Alles om mij heen gaat met de snelheid van het licht, en ik sta stil. Dus iedereen wordt ouder, behalve ikzelf.

Het lijkt een beetje op het Droste-effect. Toen mijn moeder op leeftijd was, zei ze: "Je denkt toch zeker niet dat ik met die ouwe lui van de anbo op reis ga?!". Terwijl ze ouder was dan menig andere deelnemer aan die reis.
Ik begrijp dat nu.
Ik blijf ook eeuwig dertig.
En rimpelloos.
Van binnen.

Het relativiteitsprincipe van Galilei zegt: 
"Het is voor diezelfde twee waarnemers onmogelijk om aan de hand van de wetten van de mechanica te bepalen wie van beiden een absolute beweging uitvoert of mogelijk stilstaat. Dit heeft als direct gevolg dat er alleen relatieve en geen absolute snelheden bestaan".

Ik bedoel maar.....

Stel: U loopt buiten, en ik zit binnen.
Daarmee zijn wij "opserveerders in relatieve beweging, en hebben een andere perceptie van afstand en tijd".

Wordt u dan sneller oud vanwege uw beweeglijkheid, of ík, vanwege mijn immobiliteit? 
Loopt ú van uw veroudering wég, of beweegt u er juist naar toe?
Alle gezondheidswetten schrijven beweging voor, maar de noodzaak daarvan is (geredeneerd vanuit de relativiteitstheorie) eigenlijk onzeker.
Toch?

Want neem nou het volgende:

1- Mensen met het syndroom van Werner verouderen twee keer sneller dan normaal. Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant. Hoe zou hun tijdsbeleving werken?

2- En mensen die uitgebreid plastische chirurgie ondergaan. Als de behandelingen goed gelukt zijn, ontstaat optische verjonging. Zou het gevolg daarvan kunnen zijn dat de innerlijke klok dan éxtra langzamer gaat lopen dan bij mensen die níet gelift zijn? 

3- En wat te denken van onderstaand filmpje, waarin je in 5 minuten een kind ziet veranderen in een bejaarde?

4- En het vreemde fenomeen dat je mensen hoort zeggen;
a) "Pffff, ik moet nog tíen jaar tot mijn pensioen", en
b) "Waar zijn de afgelopen tien jaar toch gebleven?".



Exact dezelfde kloktijd kan dus kort duren, maar ook heel lang. Maar onze innerlijke klok kán er ook mee gelijk lopen, als we de juiste tijd raden na bijv. een uur niet op ons horloge te hebben gekeken. Tijd, tijdsverloop en veroudering zijn daarmee vreemde, onvoorspelbare grootheden. 

Het universum is één grote tijdmachine. Hoe meer je meemaakt, hoe meer je moet onthouden. En hoe ouder we worden, hoe meer last we krijgen van vergeetachtigheid. Ons lange-termijn-geheugen wordt steeds korter. We gaan steeds vaker op zoek naar gegevens uit onze eigen zwarte gaten. De zwaartekracht zorgt er ondertussen voor dat we steeds meer down-to-earth worden. 
Hoe ouder we worden, hoe minder we meemaken. Misschien ontstaat daardoor wel de behoefte om steeds vaker te putten uit onze jeugdherinneringen.


Precies, mijn leven staat stil. 
Jaja, ik leef daarom een beetje in het verleden....
In de tijd toen ik nog jong was, en mooi.

Onze individuele beleving van tijd relativeert tenslotte álles......







CITATEN:


And I have by me, for my comfort, two strange white flowers - shriveled now, and brown and flat and brittle - to witness that even when mind and strength had gone, gratitude and a mutual tenderness still lived on in the heart of men.