donderdag 28 januari 2016

TEKORTSCHIETEN

Mijn "Open brief" op msweb vandaag, waarin ik reageer op het verhaal van mede-columniste Femke :




Beste Femke,
Erg onder de indruk was ik, van jouw 'Mijn Verhaal' op MSweb van 14 januari j.l.* Je beschrijft daarin hoe jouw oom moeite heeft met het accepteren van zijn ziekte, en hoe jij vooral de mens in hem zIet. Hoe jij hém ziet, en blijft zien, en niet zijn MS.
 

Jouw verhaal zette mij aan het denken. Over wat ziek-zijn met je doet. En wat het doet met de mensen in je naaste omgeving. Je partner, je kinderen, familie en vrienden. En het liet mij ook nadenken over oorzaak en gevolg.
 
De oorzaak van MS is nog steeds onbekend. Maar in elk geval is er geen sprake van schuld. Degene die het krijgt, kan er niks aan doen. Maar voelt zich, ik spreek hier namens mezelf, desondanks hartstikke schuldig. Schuldig in de zin van schaamte.
 
Want onze situatie is de oorzaak van veel ellende en gedoe. Ik kan niet meer wat ik kon, het ziek zijn kost mijn gezin heel veel geld, en mijn beperkingen zijn ook hún beperkingen geworden.
 
Schuld en spijt levert dat op. Spijt over gemiste mogelijkheden. Een toekomst en dromen daarover, die weg vallen. Het gevoel dat je anderen daarmee iets aandoet. Dat je je verantwoordelijkheden en verplichtingen niet meer na kunt komen. Dat je in plaats daarvan op jouw geliefden moet leunen. Dat leidt tot een innerlijke strijd, die het acceptatieproces rond de MS extra bemoeilijkt.
 
Náást het voortdurende gevecht met instanties over voorzieningen en dergelijke. Díe vaak onzichtbare realiteit vormt je.
 
Maar toch, jij hebt ook gelijk!
Want net als jouw oom, ben ik ondanks alles, nog steeds wie ik was. Misschien ben ik zelfs wel een betere versie van mezelf geworden. Leuker, aardiger, rustiger, begripvoller. Meer relaxed, in elk geval. Want ik heb nu meer tijd dan vroeger, en daarom ook meer aandacht. Aandacht voor anderen. Vanuit het besef dat alle mensen kwetsbaar zijn.
 
En bovendien, de dingen die ik vroeger deed en kon, maar nu niet meer, zijn daarmee inderdaad niet verdwenen. Ze zitten in mij verankerd. Ieder mens, elke situatie, en alle relaties, hebben meerdere kanten, die we zowel positief als negatief kunnen labelen.
 
Iedereen draagt bij, en iedereen schiet wel eens tekort. Het is soms gemakkelijker om over onszelf te oordelen, maar jouw lieve wijze woorden hebben mij een les geleerd. Inzicht gegeven...;). Namelijk om niet door te schieten in het één of het ander.
 
Daarom: dankjewel voor je positieve verhaal!
 
Fem
 

 
Illustratie: Bert Roelofs









zaterdag 16 januari 2016

BEWONDERING

Zijn we in Nederland in staat tot bewondering? 
Leven we in een land waarin de bewoners graag alles tot de middelmaat reduceren? Een land waarin prestaties vanzelfsprekend zijn? Een land waarin we steeds meer met onze vinger wijzen naar de ander, als er eens iets minder goed gaat? Ben je nog in staat tot bewondering, en verwondering, wanneer je onverdraagzaam bent?

Ik weet niet hoe het met u is, maar ik heb nog steeds een groot vermogen tot bewonderen.
En ik kan mij ook heel erg verwonderen: bijvoorbeeld over mensen die dat niet meer kunnen. Mensen die alles vanzelfsprekend vinden, benijd ik niet. Bewondering betekent voor mij namelijk dat ik kan leren. En genieten. Van de mensen en van datgene dat ze doen en creëren. Het presteren en de prestatie, beiden zijn bewonderenswaardig.

Mensen met een bijzonder talent, daar kun je misschien makkelijk naar óp kijken. Artistieke prestaties, sportprestaties, uitvinders, charismatische leiders; ze zijn  in het oog springend en gewoonweg niet te evenaren. Misschien is dat laatste juist ook wel geruststellend. Zo van: "een dergelijk niveau is voor mij toch niet haalbaar, dus ik heb geen reden tot jaloezie. Laat ik er maar gewoon van genieten dat de ander mij in staat stelt om -plaatsvervangend- trots te zijn".

Maar wat te denken van mensen met minder talent, die zich bovenmatig en onafgebroken inspannen om elke dag opnieuw hun eigen wereldprestatie neer te zetten. Pijn, ongemak en tegenwerking trotserend. Wat is hun kracht? Doorzettingsvermogen, vasthoudendheid, trots, liefde voor wat ze doen, vakmanschap, gedrevenheid, het vermogen iets extra's te doen, dat te delen met anderen en daar meerwaarde aan ontlenen, zich in dienst stellen van een team zodat anderen ook beter presteren, nederigheid, respect voor doel en resultaat, en vooral ook hun eigenbelang niet overschatten. 

Ik ken dergelijke mensen.
Ze krijgen te weinig waardering en complimenten. Kennelijk wordt er gedacht dat ze sterk genoeg zijn om het allemaal altijd maar te kunnen. 
Maar dat is niet zo. 
Omdat het gévers zijn, lopen ze risico op overbelasting. Ze kennen hun eigen grenzen onvoldoende, en moeten daarom beschermd worden. Bijvoorbeeld door hun leidinggevenden, die goede omstandigheden moeten creëren en daadwerkelijk steun geven. Zodat de uitblinkers van onze samenleving hun bewonderenswaardige werk kunnen blíjven doen, en tot voorbeeld blijven voor de rest....












CITATEN:

There is a universal respect and even admiration for those who are humble and simple by nature, and who have absolute confidence in all human beings irrespective of their social status. Nelson Mandela



Between flattery and admiration there often flows a river of contempt.

Minna Antrim



A student never forgets an encouraging private word, when it is given with sincere respect and admiration.

W.L. Phelps


Admiration is the daughter of ignorance.

Benjamin Franklin




maandag 11 januari 2016

BEROEPEN

Mijn werk was mijn beroep. 

Iedereen kan een vak leren. Maar een beroep uitoefenen is van een andere orde. Werk kun je namelijk op verschillende manieren beleven: als een last, als gewoon werk, een opgedragen taak, een gekozen taak of zelfs als een roeping. 
Beroep, roeping en beroeping. Daar gaat iets bevlogens van uit. Grote betrokkenheid. Een soort verslaving. Het werk dat je doet past als een warme, comfortabele, mooie jas. Die jas maakt je aantrekkelijk. Hij maakt je tot wie je bent. Zonder voel je je verloren, naakt. Zonder ben je niet meer dezelfde. 
Een beroep uitoefenen, geroepen zijn, heeft niets verhevens, maar wel iets spiritueels. Het dóet namelijk iets met je. Je ontwikkelt jezelf omdat je daar open voor staat. Je wilt je werk naar beste vermogen doen, daarom blijf je leren. Kennis, vaardigheden, inzet, persoonlijke groei. En uiteindelijk zul je ook moeten leren omgaan met je grenzen. Mensen die vanuit hun hart, hun kern, álles geven In hun werk, zijn misschien wel eens een beetje geneigd om de balans tussen innerlijke en privé behoeftes aan de ene kant en hun roeping aan de andere kant, niet helemaal juist af te wegen.

Ook dát moet je leren. 
En dat is voor iemand met een beroep de zwaarste opgave. Want altijd maar doorgaan is hun norm, altijd klaarstaan voor anderen is hun innerlijke waarde. Motivatie, overtuigingen: ze komen uitsluitend van binnenuit. Ze hebben van niemand aansporing nodig. Maar ze laten zich dus ook door niets en niemand stoppen.....

Mijn jas was een donkerblauwe wollen geruite houtjetouwtje jas met een roze streep. Ik vond hem zo mooi dat het me niet kon schelen dat de mouwen iets te kort waren. Daar kon ik lekker de handen uit steken. Precies, ik heb vaak te veel gewerkt. Over mijn grens. Maar ik vond het veel te leuk om daar ooit spijt van te hebben. 
Zelfs in de vakanties was ik altijd bezig. Want dingen bedenken en opschrijven, dat is niet aan tijd en plaats gebonden.
Maar dat was tóen. Ooit. Lang geleden.
Tegenwoordig heeft iedereen een mobiel met email en whatsapp, en is áltijd bereikbaar. Gestoord wordt je daarvan!
Want als werk al verslavend is...; die piepjes kun je gewoon helemaal niet negeren!
Werkgevers zouden alle medewerkers verplicht een cursus "mobiel uitzetten" moeten laten volgen. 

Ik heb mijn jas inmiddels uitgedaan.
Dat voelt uiteindelijk helemaal niet verkeerd. Dus ik denk er over om vanuit die ervaring maar eens de cursus "mobiel  uitzetten" te gaan ontwikkelen!
Ik voel me overigens niet geroepen om die cursus te géven.Want ik ben er helemaal geen ster in om zelf de mobiel uit te zetten. sterker nog, dat kan ik helemaal niet!

Ach, een online cursus kan natuurlijk altijd ......




Muziek: soeur sourire, dominique:










CITATEN:


I was living an extremely burdensome life, because every time I prayed, I became more clearly aware of my faults. On the one hand, God was calling me. On the other, I was following the way of the world. Doing what God wanted made me happy; but I felt bound by the things of this world.

Saint Teresa of Avila


















zaterdag 9 januari 2016

TELKENS OPNIEUW

Gepubliceerd op MS web:


Om te beginnen een strijdbaar stukje. Want ziekte is gelijk aan strijd.
Nee, die vergelijking is te simpel. Want ziekte is zoveel méér dan dat. Maar ziekte leidt wel degelijk tot gevechten. Althans, bij mij is dat zo.
In de eerste plaats omdat het lichaam zich verzet tegen ziekteveroorzakende indringers. Iedereen kent dat van bijvoorbeeld een griep   Dat is hard werken! Vervolgens moet de geest strijden voor herstel. Je moet namelijk de mentale kracht zien te vinden die je helpt om er weer bovenop te komen. Hoe vaker je die hebt moeten zoeken, hoe moeilijker het wordt om hem te vinden.  Daarna moeten beiden samen vechten om weer de oude conditie te bereiken. En als dat niet mocht lukken, om welke reden dan ook, dan volgt de noodzaak om om te gaan met krachten buiten jou die je niet helpen, of nog erger: die je tegenwerken. Dat roept stress op, die ongunstig is voor het ziekteproces, en met een beetje pech begint dan ook nog eens alles weer van voren af aan. 
Bij een chronische ziekte houdt strijd dus nooit op. En bij een progressieve ziekte wordt de strijd bovendien steeds zwaarder.

"Positief blijven. Houdt moed. Wees sterk. Hou je taai. Beterschap. Hou hoop."
Ach, het wordt allemaal goed bedoeld. Maar die goede wensen en adviezen zijn vaak zo obligaat. En de strijd is dus eenzaam. 
Maar aan de andere kant: iemand van wie je houdt te moeten zien lijden en strijden, is minstens zo pijnlijk. Misschien nog wel veel erger. Dus die wensen en adviezen komen uit een gepijnigd hart, en daarom verdienen álle goedbedoelde woorden begrip en respect. En ze helpen om door te gaan. Om opnieuw te beginnen. Desnoods telkens opnieuw.

Maar steun van professionele organisaties daarbij is lang niet altijd vanzelfsprekend.
Als grootafnemer van zorg heb ik dagelijks contact met meerdere zorgaanbieders zoals: huisarts, fysio, thuiszorg, apothekers, medisch specialisten, leveranciers van hulpmiddelen, zorgloket, cak, svb.....
Er gaat dus geen dag voorbij zonder dat ik word herinnerd aan mijn ziek-zijn. Ik wil dat helemaal niet, maar er is gewoon geen ontkomen aan.
Vaak is het contact overigens heel plezierig en welkom, zoals met de meiden van de thuiszorg, en mijn fysio, maar soms wordt je door instellingen tot waanzin gedreven.

Bijvoorbeeld de afgelopen week. 
Omdat ik op dit moment een schub heb, met bijkomende klachten, en ik daar vorige week behoorlijk ziek van was, liet mijn huisarts mij opnemen in het ziekenhuis voor onderzoek. Na aankomst met de ambulance, werd even bloedonderzoek gedaan.
“Ach, mevrouw, niets ernstigs, u gaat weer naar huis “. Zes artsen heb ik moeten overtuigen, voordat de volgende dag de zevende arts eindelijk het noodzakelijke onderzoek deed. Zonder mijn verbale kwaliteiten en mijn vasthoudendheid, zou ik nu nog steeds in onzekerheid verkeren. 

Gggrrrr!!!! 
Je zult toch verzeild raken in de wondere wereld van de Nederlandse gezondheidszorg. Telkens weer moet je een konijn uit de hoed toveren. Als je niet voor jezelf opkomt, dan gebeurt er niets. Of er gebeuren dingen die je niet wilt. Je zult dus wel moeten strijden, of je wilt of niet. 
Maar ik blijf in bijna alle situaties vriendelijk en voorzichtig. Want in mijn volslagen afhankelijkheid van gezondheidsclubs lijkt me dát de beste strategie. Maar ik ben er zo onderhand zo verschrikkelijk kláár mee!

Dat levert dus óók nog eens een innerlijke strijd op. Wat krijgt de voorrang, verstand of gevoel? Hoe kun je je het beste opstellen in contact met instanties? Assertief? Voorzichtig? Onderdanig? Agressief? Hoe je het ook doet, het is nooit effectief genoeg.

Hoe blijf je daar in godsnaam positief bij??
En hoe behouden wij onze waardigheid?


Wat is daarom mijn  wens voor het nieuwe jaar? Een hoopvolle!
Natuurlijk voor alle lezers van MSweb heel veel geluk en gezondheid!
En directies van gezondheidsinstellingen wens ik een beleidsvoering gebaseerd op  gezond verstand en een goed hart. 
Want: WE’LL BE BACK!!


Een knuffel voor iedereen!



Muziek: kraantje pappie, het antwoord van flappie









CITATEN:


All life demands struggle. Those who have everything given to them become lazy, selfish, and insensitive to the real values of life. The very striving and hard work that we so constantly try to avoid is the major building block in the person we are today.

Pope Paul VI


The 
individual has always had to struggle to keep from being overwhelmed by the tribe. If you try it, you will be lonely often, and sometimes frightened. But no price is too high to pay for the privilege of owning yourself.
F. Nietzche





vrijdag 8 januari 2016

DULDEN

Dulden - duldde - geduld.
Een werkwoord in de tegenwoordige tijd, in de onvoltooid- en voltooid verleden tijd.

Geduld is voltooid verleden tijd?
vvt? Is dat ook niet een afkorting voor verzorging-verpleging-thuiszorg? Jemig, hoe krijg ik het voor elkaar om die link te leggen? Zou mijn geduld mbt de zorg zijn grenzen hebben bereikt? 
"Als ik de situatie in de zorg toen langer had geduld, had ik mijn geduld misschien wel eerder verloren". Is dat niet een mooie voorbeeld-zin om de vvt van dulden uit te leggen?
Ach, flauwekul!

Dulden is toestaan, verdragen, gedogen. 
We krijgen allemaal in ons leven veel dingen te dulden, waar we vervolgens geduld mee moeten hebben. 
In mijn geval is dat onder andere de oneindige traagheid van mijn bestaan.... Vooral als ik ziek ben: de griep heb, of een blaasontsteking of iets dergelijks. Dat houdt voor mij namelijk in dat mijn lijf het helemaal opgeeft, en dat ik dan tijdelijk bedlegerig ben. Ik kan dan niets anders doen dan wachten tot de tijd voorbij gaat. Soms tel ik de seconden, minuten, uren en etmalen af. Wist u dat er 86.400 seconden in een etmaal gaan? Als je dan 12 dagen moet liggen, dan ben je miljonair geworden. Meer dan een miljoen seconden.  Armoede en rijkdom kun je op verschillende manieren beschouwen....

Het ongemak dulden, en geduld hebben met de situatie. Hoe doe je dat? Helpt een geduldig karakter? Helpt het als je niet snel boos wordt? Helpt het als je goed kunt verdringen? Helpt het als de gelukkig/ongelukkig-knop bij jou meestal op gelukkig staat? En zo niet, kun je geduldig-zijn dan leren?

Iedereen heeft zijn eigen manieren om met ongemak om te gaan. Dat kan variëren van rustige lijdzaamheid tot dramatisch/theatrale aandachttrekkerij. Het is maar net hoe je bent en wat je nodig hebt om jouw situatie voor jezelf draaglijk te maken. Het gaat niet aan, om als buitenstaander te oordelen over de methode die iemand hanteert. Want niemand weet hoe de ander lijdt. En welk copingmechanisme het meest passend is in díe situatie. Dat weet die persoon namelijk zélf niet eens, laat staan dat hij het kan uitleggen. 

Okë, misschien toch wel. Hier onder een poging tot uitleg van mijn kant.
Mijn stijl is: rust bewaren, beheersing, vermijden, verdringen en negeren. Af en toe een onzichtbare huilbui. En zo weinig mogelijk klagen. In plaats daarvan afleiding zoeken in de situatie van de ander. En uiteindelijk dingen opschrijven.
Mogelijk ziet de ene buitenstaander bij mij kracht, en de andere misschien wel lijdzaamheid. Wellicht hebben ze allebei gelijk. Hun idee komt vooral voort uit eigen perceptie. En verwachting. Bijvoorbeeld over hoe snel herstel gaat.
Dat duurt bij mij ongeveer 10 keer zo lang als bij een normaal gezond persoon. Een week griep ben je normaal gesproken na een week wel weer te boven. Bij mij duurt het 2-3 maanden. Met ups en downs. "Hoe gaat het nu met je? "; iedereen gunt me dat het na een week beter gaat. Voor mij is die vraag frustrerend, want ik heb geen positief antwoord. Voor de vrager is het antwoord frustrerend. Misschien nog wel erger dan voor mij. Want tenslotte heb ik leren omgaan met traagheid. Ik heb de traagheid in mijn leven geduld.
Als copingmechanisme.
Terwijl normaal gezonden snelheid als copingmechanisme hebben.
Dulden we dat van elkaar?
Hoeveel geduld hebben we met elkaar?















CITATEN:


I am free because I know that I alone am morally responsible for everything I do. I am free, no matter what rules surround me. If I find them tolerable, I tolerate them; if I find them too obnoxious, I break them. I am free because I know that I alone am morally responsible for everything I do.

Robert A. Heinlein



The friend who can be silent with us in a moment of despair or confusion, who can stay with us in an hour of grief and bereavement, who can tolerate not knowing... not healing, not curing... that is a friend who cares.
Henry Nouwen







maandag 4 januari 2016

HOOP

Waar hoopt ú op, voor het komende jaar?

Het zijn onzekere tijden. Oorlogen, aanslagen, crisis, vluchtelingen, banenverlies, huizen onder water, milieuvervuiling , opwarming van de aarde.... Je durft tegenwoordig niks concreets meer te verwachten of te wensen. Maar we kunnen altijd hopen! 

Kwetsbaarheid, zachtheid en schoonheid, als tegenhanger van geweld en lelijkheid. Laten we het jaar hoopvol beginnen, zei Herman Finkers in zijn oudejaarsconference. http://www.npo.nl/oudejaarsconference-herman-finkers/31-12-2015/VARA_101378122

Ik sluit daar graag bij aan! Geloof, hoop en liefde zijn universele waarden, die het leven mooier maken. Geloven dat het leven mooi is; hopen dat het leven mooi wordt en blijft; en het leven liefhebben. 
In het nu en in de toekomst.
Hoop zonder iets concreets te verwachten of wensen.

Is hoop daarmee iets spiritueels?
Is hopen een soort van bidden of mediteren?
Is het gericht op ontwikkeling?Ontwikkeling van het goede, ontwikkeling van jezelf? 
En: kun je zelf bijdragen aan het bereiken van datgene waarop je hoopt? 
Finkers noemde Benedictus van Nursia (de grondlegger van de Benedictijnen), en ik voeg Boeddha daar aan toe, om te komen tot een uiteenzetting over hoop.

"Hoop is de onzekere verwachting dat een bepaalde gewenste gebeurtenis zal plaatsvinden." Hoop is zowel een belangrijke motivator om het goede na te streven, zonder gericht te zijn op een specifiek resultaat, als een wens om het einde van ons lijden te vinden. Daarbij is het volgens Boeddha voldoende dat we doen wat we kunnen, omdat werkelijke vervulling altijd uitsluitend in het huidige moment te vinden is.

Acceptatie van het zijn, zonder oordeel, in het hier en nu betekent dat dan  eigenlijk dat je je hoop kunt laten varen? Het hier en nu is namelijk zo volmaakt, dat de toekomst niet een betere situatie kan voortbrengen. Hoop is dus niet het tegenovergestelde van wanhoop.

Echter, de waarde van de volle acceptatie van het nu (inclusief onze pijn en lijden) moeten we wél plaatsen tegenover het streven van ons ego naar een betere uitgangspositie. Dat laatste vergt dat we kunnen oordelen over wat acceptabel is en wat béter is. Wat voegt het betere toe aan ons leven en is het werkelijk bereikbaar? 
Bijvoorbeeld, persoonlijk ben ik tevreden met mijn kleine leven en heb de hoop op "méér" opgegeven. Is dat "zen", of is dat gemakzucht? En als het gemakzucht is, moet ik dan mijn ego aanspreken om in aktie te komen, of juist hoop ontwikkelen, of hulp van buitenaf zoeken en vragen? Wat je niet kunt bereiken op eigen kracht, maar wat je naaste omgeving je graag zou zien doen, hoe pak je dat aan? 

Hoop gaat altijd over de toekomst. Op zijn best spoort het ons dus aan om zodanig te handelen dat het het gewenste resultaat tot gevolg heeft. 
Schoonheid, kwetsbaarheid en zachtheid zijn waarden die zelden zomaar vanzelf ontstaan. Daar moeten we iets voor doen. We zijn in de huidige verharde samenleving angstige wezens geworden. Angst zorgt ervoor dat je je verschuilt, dat je de ware oorzaken van je lijden verhult. Het is nuttig om op onderzoek uit te gaan naar je wensen en ware motieven. Want datgene dat ons motiveert, zijn onze echte drijfveren. Uitsluitend door díe in te zetten, komen we bij onze kern, en kunnen we een betere wereld creëren. Voor onszelf en voor anderen.





Muziek: Avond, Boudewijn de Groot:






CITATEN:






"Geloof is de zekerheid van wat men hoopt, en het bewijs van wat men niet ziet. (Heb 11:1)"



Learn from yesterday, live for today, hope for tomorrow. The important thing is not to stop questioning.

Albert Einstein








zondag 3 januari 2016

WONEN

"Hoe je woont, maakt wie je bent".   
Deze uitspraak hoorde ik afgelopen week van iemand die zijn huis niet kon verlaten vanwege de herinneringen aan zijn overleden vrouw. En in dezelfde week verhuist een vriendin in gelijke omstandigheden desondanks wél. 
Kun je gevoelens en herinneringen materialiseren? Worden ze gedragen door plekken en voorwerpen? Of draag je ze met je mee ongeacht waar je bent?

Zoals dromen? 
Vroeger zocht ik in mijn nachtelijke droomhuizen kennelijk mijzelf. Telkens waren er nieuwe kamers, hoekjes en kasten te ontdekken. Soms licht, soms donker, schoon of stoffig. Mijn droomwereld als verbeelding van mijn innerlijke realiteit. En misschien ook wel van de uiterlijke. Maar in elk geval van mijn persoonlijke ontwikkeling.

Kun je ook zo naar huizen en hun interieur kijken?
Dat je ziel de binnenkant van je huis weerspiegelt. En je uiterlijk de buitenkant ervan. En omgekeerd. En dat je ego bepaalt of je gelukkig en tevreden bent met zowel de binnenkant, de buitenkant als de omgeving?

Wat betekent ons huis voor ons?
Sociaal, fysiek, mentaal, psychologisch, economisch? 
Veilige muren waarbinnen je je thuis voelt, je huis als thuis waar je jezelf kunt zijn. Omgeven door je eigen spulletjes. Waar je zonder schaamte kunt doen en laten wat je wilt. Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. Het mag er netjes zijn, of rommelig. Lekker warm of juist lekker fris. Donker, kaarsjes aan, of veel licht. Gedekte kleuren of heel fel. Meubels van de IKEA of juist heel luxe design. Aangeharkt tuintje, of juist niet. Schone stoep. 
De kern van de zaak is dat je je er fijn voelt, op je gemak. Dat je er je eigen wereld creëert. In tegenstelling tot de buitenwereld, die niet van jou is. Dat is gedeelde ruimte. En daar heb je dus een andere verantwoordelijkheid. Minimaal kun je ervoor zorgen dat je daar niet tot overlast bent. 

Zelf heb ik inmiddels in zeven verschillende huizen gewoond. Voor de huizen van mijn jeugd heb ik mij vroeger geschaamd. Ze waren tamelijk armoedig. En ik vraag me weleens af, of ik, nu ik ouder ben en minder gevoelig voor schaamte, of ik mij daar nu meer op mijn gemak zou voelen. Zouden status en comfort nog steeds van invloed zijn op mijn welbevinden op dit moment? 
Of kan ik tegenwoordig overal mezelf zijn? 
En als dat zo is, verbeeld ik mij dat dan omdat ik nu een tikkeltje last van verbeelding heb? Omdat ik nu kan redeneren vanuit een relatief luxe positie? Kun je persoonlijke ontwikkeling doormaken als je woon-omstandigheden dat niet doen? 


Wie je bent, maakt hoe je woont?








CITATEN:

We keep moving forward, opening new doors, and doing new things, because we're curious and curiosity keeps leading us down new paths. - Walt Disney



I was born on the other side of the tracks, in public housing in Brooklyn, New York. My dad never made more than $20,000 a year, and I grew up in a family that lost health insurance. So I was scarred at a young age with understanding what it was like to watch my parents lose access to the American dream.

Howard Schultz