In alle landen zijn inwoners collectief trots op topprestaties van hun sporters. Wie herinnert zich niet de overslaande stem van de verslaggever bij het optreden van Epke Zonderland tijdens de Olympische Spelen in Londen...
En inderdaad, een wéreldprestatie!
Talent, trainingsuren, vaardigheden, doorzettingsvermogen, concentratie, stalen zenuwen, ijzersterke spieren, fysieke flexibiliteit, lichaamscontrole, inzicht, keuzes maken, prioriteiten stellen, opoffering, goede begeleiding, etc., én een beetje geluk, kennelijk álles klopte!
De collectieve blijheid, zou die voortkomen uit een totaal gebrek aan jaloezie, wetend dat niemand die prestatie zou kunnen evenaren?
Want hoe verklaar je anders het dédain waarmee we de prestaties van lagere goden afdoen? Die van de mensen met goede, gemiddelde of zelfs hele lage vermogens?
We zien altijd onmiddellijk wat de ánder fout doet... Én hoe hij/zij het béter zou kunnen doen.
Alsof onze eigen manier de enig juiste is.
Ik herken het bij mezelf, bijvoorbeeld als ik aan het coachen was. Níet oordelen over de ander vond ik altijd een wereldprestatie van mezelf.
Onze boosheid als we contact hebben met een onhandige callcentermedewerker.
Onze haast als iemand vóór ons in de rij bij de kassa een beetje traag is.
De irritatie als iemand in een scootmobiel midden op de weg rijdt en niet zijn hand uitsteekt.
Een verstandelijk gehandicapte die na honderd keer uitleggen nóg een fout maakt bij het inpakken van de boodschappen.
Een arts die zegt dat hij de klacht niet begrijpt.
Een depressieve huisgenoot die úren bezig is om uit bed te komen.
De astmapatient die de trap op moet naar de eerste verdieping.
De ms-patient die zonder hulp niets meer voor elkaar krijgt.
Maar zou het niet kunnen zijn dat de mensen in deze voorbeelden ieder op hún manier een wereldprestatie leveren en applaus verdienen in plaats van hoon en ongeduld?
En ál die ouders, partners, kinderen, buren, vrienden én professionals die altijd klaar staan voor de zwakkeren onder ons, zij verdienen een medaille!
Naar mijn opinie is elke prestatie die geleverd is, die voor die persoon een inspanning vergde die bovenmenselijke kracht kostte, een tópprestatie.
De astmapatient uit het voorbeeld loopt als het ware een marathon.
De scootmobieler die maar één hand kan gebruiken, kán niet eens zijn hand uitsteken.
De verstandelijk gehandicapte heeft al zijn kracht al verbruikt door op het werk te verschijnen.
Maar óók, als we die prestaties kunnen zien en erkennen, en met geduld en mededogen zouden waarderen, ook dát is een grote prestatie, omdat we nooit hebben geleerd om er zo naar te kijken.
En wat te denken van de beloning die we zelf ontvangen als we iets uitzonderlijks hebben gepresteerd?
Het uitzicht, als we de berg hebben beklommen en ademloos op de top van het uitzicht genieten?
Of, na een dieet het resultaat op de weegschaal zien.
Of gewassen en aangekleed hoopvol de dag tegemoet zien.
Voor velen een heel kleine moeite, voor anderen een enorme overwinning!
I'm walking on air - Katie Perry
Met dank aan Marion B.
Zegt Mark F tegen mij: volgens mij is een prestatie tóp, als ie biven verwachting goed is....
BeantwoordenVerwijderenBóven verwachting bedoelde ik natuurlijk:)
VerwijderenMooi vehaal weer, Fem. Geen speld tussen te krijgen.
BeantwoordenVerwijderen