Hoe komt het toch dat hulp vragen en accepteren zo moeilijk is?
Zijn we bang om onze zwaar bevochten autonomie los te laten? Of zijn we soms bang om voor halfzwak versleten te worden? Is het een ego-kwestie? Wordt onze eigenwaarde aangetast als iemand veronderstelt dat we iets niet zélf kunnen?
Zijn we dan zó fragiel?
We leren als kind al heel jong om zelfstandig te worden, maar het lijkt wel dat hoe ouder we worden hoe moeilijker het wordt om hulp te aanvaarden. Alsof de duur van ons zelfstandig leven bepaalt hoe gemakkelijk we een uitgestoken hand aannemen of afwijzen.
Of speelt er iets anders?
Mijn persoonlijke ervaring is dat het vooral heel moeilijk was om hulp nodig te hebben bij basale lichaamsfuncties, bijv. die van de spijsvertering. Die dingen waardoor we ons lichamelijk baby voelen. Volledig afhankelijk. Dát wil een mens gewoon niet zijn. En zolang je dan maar respectvol wordt behandeld, en je je gééstelijk een volwassene voelt, dan gaat het acceptatieproces iets minder zwaar. Het gevoel van vernedering wordt er door verzacht.
Hulp aanvaarden kan dus een pijnlijk proces zijn.
Hoe zit dat dan met hulp bíeden?
Als kind leren we eveneens al jong dat we een verantwoordelijkheid dragen jegens onze medemens. En we ervaren daardoor dat hélpen een gevoel van tevredenheid kan opleveren. Maar er zijn ook mensen die niet alleen handelen vanuit aangeleerd gedrag, maar vooral vanuit de warmte en goedheid van hun hart altijd klaar staan om anderen hulp te bieden. Zonder nadenken, en soms als impulsaktie. Ik ken enkele van die mensen, en ben ongelooflijk blij en dankbaar dat ze in mijn leven zijn gekomen!
Ongevraagd hulp bieden kan er trouwens wel eens toe leiden, dat zo'n aanbod wordt afgewezen. En dat kan dan juist bij de hulp-bieder weer enorm kwetsend overkomen. Je zou er bijna van leren dat je dan maar beter nooit weer hulp gaat bieden....
En dat zou jammer zijn!
Dát heeft mij weer geleerd dat het heel erg belangrijk is om geboden hulp juist altijd in dank en vreugde te aanvaarden.
Een hulpbieder verdient tenslotte niet alleen waardering, maar hij verdient óók respect.
Dat allemaal wetend, dan is het begrijpelijk hoe moeilijk het is om hulp te vrágen....
Hulp nodig hebben, juiste persoon benaderen, vraag formuleren, afwijzing riskeren, controle uit handen geven, resultaat afwachten.
Hulp is dus een samenspel van -vrager en -bieder!
Geldt dat ook voor hulpvragen waar méér mensen bij betrokken zijn? Bijvoorbeeld bij nationale rampen of internationale incidenten. Hoe snel staan we dan klaar met hulp? Met geld en hulpgoederen?
De zieligheidsfactor speelt een rol. De media beïnvloeden ons. De dwingendheid van de hulpvrager. De aard van het gebeurde en de vraag of we ons ermee kunnen identificeren. En natuurlijk de afstand.
We staan de laatste jaren bijvoorbeeld niet meer zo bekend om onze uitnodigende houding als het om asielszoekers gaat. Zou onze menselijke neiging tot afsplitsing (zie mijn vorige stukje) daar een rol spelen?
Wederkerigheid en een zekere mate van gelijkwaardigheid bepalen voor een groot deel de omgang tussen mensen. Verschillende sociale klassen mengen zich niet met elkaar. Men dicht elkaar eigenschappen toe, die men van zichzelf niet wil zien, en gebruikt die als excuus om geen hand te hoeven uitsteken naar de ander.
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen, heb ik altijd geleerd. Maar niet iedereen heeft dezelfde ouders gehad als ik.
De sterkste schouders staan namelijk niet altijd vooraan als het aankomt op hulp bieden. Dat leidt soms tot wrange effekten.
De hogere sociale klassen in ons land hebben bijvoorbeeld de kreet mantelzorg misschien niet uitgevonden, maar ze misbruiken hem nu wel om ons zorgstelsel uit te kleden. Mantelzorg is niet vrijwillig aangeboden hulp. Het is hulp die je móet bieden en móet accepteren.
Dat neigt naar misbruik!
En het maakt hulp vragen, bieden en accepteren een nóg veel complexer proces dan het al was!
CITAAT:
Helping others is the way we help ourselves. -Oprah
Friends can help each other. A true friend is someone who lets you have total freedom to be yourself - and especially to feel. Or, not feel. Whatever you happen to be feeling at the moment is fine with them. That's what real love amounts to - letting a person be what he really is.
Jim Morrison
Words are singularly the most powerful force available to humanity. We can choose to use this force constructively with words of encouragement, or destructively using words of despair. Words have energy and power with the ability to help, to heal, to hinder, to hurt, to harm, to humiliate and to humble.
Yehuda Berg
As you grow older, you will discover that you have two hands, one for helping yourself, the other for helping others.
Audrey Hepburn
Kom, zeiden vanmorgen de eendjes ontroerd,
dat jongetje heeft ons zo dikwijls gevoerd,
we doen het nu anders, we draaien het om.
Nu gaan we het jongetje voeren. Kom!
Ze kochten wat boter, ze kochten wat brood,
ze hadden ook ieder een mand aan hun poot,
ze kochten wat muisjes en toen nog wat sjam,
en gingen naar ‘t jongetje toe met de tram.
Het jongetje wou net de voordeur uitgaan,
toen hij daar op straat twintig eendjes zag staan.
Dag, jongetje, zeiden ze, ga maar naar binnen.
We komen je voeren; we gaan zo beginnen.
Toen moest hij gaan zitten. Hij kreeg een servet.
Ze sneden het brood en ze smeerden het vet.
Ze gaven hem stukjes van ‘t brood om de beurt,
met sjam (appel-bessen) en muisjes (gekleurd).
Hè, zeiden de eendjes, wat leuk is dat nou,
je hebt ons gevoerd, nu voeren we jou.
Zo, zeiden de eendjes, nou heb je genoeg.
Kom jij eens ‘n keer weer bij ons, ‘s morgens vroeg?
(Bron: Ziezo/Em. Querido’s Uitgeverij)
Aan een klein meisje
Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zij geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.
En in dit land zijn avonturen
hetzelfde, van een man en van een vrouw.
En achter elke muur zijn an'dre muren
en nooit een eenhoorn of een bietebauw.
En alle dingen hebben hier twee kanten
en alle teddyberen zijn hier dood.
En boze stukken staan in boze kranten
en dat doen boze mannen voor hun brood.
Een bos is hier alleen maar een boel bomen
en de soldaten zijn niet meer van tin.
Dit is het land waar grote mensen wonen ...
Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.
Annie M.G. Schmidt (1911-1995)
uit: En wat dan nog? (1950)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten