zondag 14 december 2014

VERBEELDING



"Wat je niet kent, zie je niet.

(Connie Palmen). (Of eigenlijk: Plato)



Ik verbeeld me nogal wat....


In tegenstelling tot de mensen in Plato's grot (die geen idee hadden van een bestaan buiten hun leefdomein waarin ze vastgeketend waren), ken ik de wereld buiten wél. Hoewel ik in mijn huidige leven vooral aan huis gebonden ben - ik kom soms maanden achtereen niet buiten -, heb ik uiteraard wél herinneringen aan die andere wereld. De wereld der anderen. Mijn vorige leven....


Herinneringen, internet en de mensen die bij mij thuis op bezoek komen, leveren mij mijn dagelijkse en aktuele beeld van de buitenwereld. 


De verhalen in mijn hoofd verbinden vervolgens oud met nieuw. Mijn vorige leven met mijn huidige bestaan.

Zo weet ik bijvoorbeeld vanuit eigen waarneming in het verleden nog hoe de bioscoop er uit ziet. Als iemand mij vertelt dat 'ie vanavond naar de film gaat, dan ontstaat er gelijk een beeld en een verhaal (een film dus eigenlijk) in mijn hoofd over die persoon op die plek. Dat verzonnen verhaal, de fictie, de fantasie, mijn innerlijke beleving wordt daarmee als het ware mijn realiteit van dit moment.

En wat is dan echter? 

Het wáárgebeurde verhaal van die persoon of mijn fictieve verhaal?


Het mooie van verbeelding is dat het eeuwig duurt. De herinnering aan een gebeurtenis blijft bestaan. Terwijl het nú, de realiteit van het huidige moment, altijd in een tel voorbij is. Het feitelijke gaat voorbij, het verhaal werkt dóór.

Wanneer zo'n moment, een situatie, voorbij is, bestaat die situatie dan eigenlijk nog wel?

Het leven is vluchtig. 


Gedachten zijn dat voor mij overigens óók. Het ene moment kan ik iets bedenken waarvan ik weet dat het geniaal is, en het volgende moment kan die gedachte al helemaal vergeten zijn. Tja, soms voel ik mij een Einstein in het diepst van mijn gedachten .... (Vrij naar Willem Kloos). En soms voel ik mij een hol vat. Een vergiet. Een ding waar alles doorhéén stroomt.


Maar beelden, die beklijven bij mij, altijd.

Zelfs een gesprek, hoewel  dat vooral talig is. De woorden blijven niet hangen, ze worden steeds waziger. Maar het beeld dat erdoor ontstaan is, hou ik wel vast: het wie, waar, onderwerp, sfeer, kleuren, geuren, en de emoties.

Emoties zijn niet vaag. Gevoelsbeelden kleuren ons leven veel meer dan denkbeelden dat ooit kunnen.


Nadat je ze hebt onderkend en benoemd, kun je emoties verbeelden.

Verbeelding is vooral emotie.

En daarmee is alles wat in hoofd en hart gebeurt, een weerspiegeling van het universum.


Wat je kent, kun je zien ....

Zowel binnen als buiten.













CITAAT:

Hoe wij de werkelijkheid zien en interpreteren is bepaald en begrensd door fictie, door denkbeelden. We kunnen haar alleen persoonlijk ervaren, gekleurd en ingekaderd door onze eigen blik, waarbij palet en kader zijn samengesteld door de manier waarop we de werkelijkheid hebben leren zien en duiden. - Connie Palmen


Fictie is een talige, schijnbaar logische constructie die we opleggen aan een leven dat zich niet volgens de wetten van de logica gedraagt. Het psychologische en metafysische doel dat fictie daarmee dient, is het beteugelen van de angst voor een wrede werkelijkheid van willekeur en toeval. Waar willekeur en toeval heersen, zegeviert betekenisloosheid. Het enige verweer tegen het ontbreken van zin is een verhaal waarin gebeurtenissen causaal verbonden en waarin aan afzonderlijke verschijnselen verbindende oorzaken en motieven toegedicht worden. Verbinden en toedichten zijn door en door menselijke, scheppende praktijken. Zin is er niet, zin is gemaakt. - Connie Palmen


Dit zijn citaten uit het volgende artikel:




Sonnet

Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.

En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.

-- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed

En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.

Willem Kloos (1859 - 1938)





Leeszaal

Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten,
maar in de bibliotheek een volontair
die hunk'rend op een baantje zit te wachten
en boeken uitleent met een zeker air.

Ik lever geest'lijk voedsel aan mevrouwen
die binnenkomen en alleen maar van
de allernieuwste liefdesboeken houden,
'maar niet zo'n engerd als die Wasserman'.

Ik loop met stapels boeken rond te sjouwen
en plak een etiket op Gorters Mei.
Och, als nu juffrouw Jansen eens ging trouwen,
dan kwam er eind'lijk eens een plaatsje vrij.

Ik ben het niet alleen, die staat te wachten
en achter me staat nog een hele rij.
Ik ben een god in 't diepst van mijn gedachten,
maar niet zo heel veel in de maatschappij.

Annie M.G. Schmidt


Geen opmerkingen:

Een reactie posten