De onbevangenheid van de jeugd.
Om jaloers op te worden!
Het onbevreesde, het driestige, en het overtuigde streven naar volwassenheid doen herinneringen oproepen aan mijn eigen gevoelens van weleer waarin ik mij zowel alleswetend als onkwetsbaar en onsterfelijk waande....
En onzéker dat ik was!
Na jaren van mooie en minder mooie ervaringen zijn die gevoelens exact omgekeerd.
De onzekerheid en verlegenheid zijn verdwenen. Daarvoor in de plaats is een gevoel van kwetsbaarheid en sterfelijkheid ontstaan. En een weten dat ik vooral niets zeker weet.
Door de herkenning van de onbevangenheid in de jongelui om me heen, gaat mijn hart open, en wordt mijn moedergevoel aangesproken. Ik vind dat práchtig!
Maar soms is het ook zo confronterend!
Het besef dat je onbevangenheid is verdwenen, kan weemoedig maken. Of zelfs boos.
En zoals we weten, zoeken dergelijke gevoelens altijd een uitweg.
De kortste weg.
Met andere woorden: degene die het dichtste bij staat of die dat gevoel heeft opgeroepen, loopt een risico.
Niet alle oude mensen zijn lief.
Niet alle ouderen kunnen "spelen" met gevoelens.
Niet alle ouderen raken vertederd door onbevangenheid.
Sommige ouderen "eisen" respect. En afstand. Of voorzichtigheid.
Ouderen zijn tenlotte ook nét echte mensen :).
De confrontatie tussen jong en oud kan daardoor soms wel eens heftig verlopen.
Jongeren leren door ervaringen. Door het maken van fouten.
En verliezen daardoor geleidelijk aan hun onbevangenheid.
Hoe jammer! Maar:
That's life!
Meisje en Paard, 1932
Nietsontziend vernietigend zal het
om zich heen willen trappen, alles
wat het voor de hoeven vindt
versplinteren en vertreden – laat het
komen, denkt ze, laat het komen.
In haar ongerepte handen
zal het zijn laaiende voorpoten
vleien, zijn teugelloze kracht
zal overstromen in haar.
Al klokt haar nog een boezelaar
om de benen, ze is geen kind
maar een hoofd vol morgenrode
landerijen, haar onbevangenheid
gehouwen uit Beiers graniet.
In een wolk van blij gekrijs
zal het door haar gebreideld
moeiteloos de stugge grond
openleggen en overladen karren
over kinderkopjes trekken.
Dus laat het nu komen en haar
omsteigeren. Ze vreest het niet.
Gedicht van Eric Menkveld uit de bundel ‘Water en Vuur’ deel IV, beelden en gedichten