dinsdag 8 september 2015

VEILIGHEID

Veiligheid is een basisbehoefte in het leven. Onze overlevingsdrang zegt dat we moeten eten, drinken en schuilen. We hebben dus onderdak en warmte nodig. En een gevoel van beschermd zijn als we uit huis gaan om boodschappen te doen. 

We willen niet gekwetst worden.

Maar iedereen raakt gekwetst. Ook hier in het relatief rustige en rijke Westen. Alleen gebeurt dat hier vooral door onze naasten. Puberende kinderen die je pijn doen, een partner die je verlaat, een werkgever die je ontslaat.
Het komt ook wel eens voor dat je je gekwetst voelt door gedrag dat helemaal niet kwetsend bedoeld was. De ander was zich van geen kwaad bewust en jiij loopt desondanks gedeprimeerd te mokken.
Of je maakt écht een bedreigende situatie mee, zoals een aanrijding of een overval.....
Verschillende mogelijkheden met een al dan niet grotere waarschijnlijkheidskans om realiteit te worden.

Vorige week liep ik in het centrum; daar stonden een paar donkere jongens, rastahaar, luid pratend, knetterende scooters, vlak bij coffeeshops. Ik voelde me onbehaaglijk, onbeschermd, weerloos. Want het was een plek waar al verschillende vuurwapengevechten waren geweest. En waar een oud-collega was vermoord. Waardoor ik mijn argeloosheid voorgoed had verloren.

Toen ik weer thuis was, vroeg ik me af of die jongens überhaupt wel het besef hebben dat er een zekere dreiging van hen uitgaat op veel andere mensen. En of dat ook hun bedoeling was.
Want ze hadden me eigenlijk geen blik waardig gekeurd. Hadden alleen oog voor elkaar.
Had ik de situatie volslagen verkeerd ingeschat?
Tja, dat is het nu net. Dat weet ik dus niet. 

Alles wat dichtbij komt, wat persoonlijk is, waardoor je je warm, veilig en beschermd voelt, waar je van houdt, dat wil je hóuden. Wanneer je denkt dat je datgene kwijtraakt dat je liefhebt, dan maakt dat bang. En boos.
Aan de andere kant: onbekend maakt onbemind. Dus misschien is dát de reden dat we banger zijn dat we iets kwijtraken doordat het onbekende dichter bij ons in de buurt komt. 
Bijvoorbeeld de vluchteling die onze buurman wordt. Hij spreekt onze taal niet, ziet er donkerder uit, heeft een andere cultuur, ander eten, een andere opleiding (misschien wel een hogere), kortom: hij lijkt niet op ons. Dus als we de keuze hadden, zouden we nooit voor hem kiezen. (Selectiecommissies bijvoorbeeld staan erom bekend dat ze kiezen voor degenen die op hen lijken). Onze eigenheid staat dan kennelijk onder druk. We voelen ons bedreigd.

Dus om iemand ánders welkom te heten moeten we uit onze veilige comfortzone. 
Stel nou eens dat wanneer wíj vriendelijk zouden doen tegen hen, uitleggen wat we te bieden hebben en terugverwachten, dan zou de ander mogelijk ook vriendelijk terugdoen. We zijn tenslotte  allemaal mensen en het is gebruikelijk dat we elkaars gedrag spiegelen. 
Ik vraag me af wat spandoeken tégen vluchtelingen zullen doen met de medemens die hier een velig onderdak zoekt voor zichzelf en zijn gezin.

Degenen die met spandoeken tegen de komst van een azc demonstreren, zeggen dat ze bang zijn. Uit zorg. Voor hun kinderen. 
Welk signaal geven zij daarmee aan hun kinderen?

Angst is iets onberedeneerds. Dat praat je iemand niet uit het hoofd. Statistieken veranderen gevoelens niet. Positieve ervaringen van anderen evenmin. Tégen-spandoeken al helemaal niet. En bureaucratische besluitvorming maakt het allemaal niet beter.
Niemand heeft de ultieme waarheid in placht. Maar een paar dingen zijn wel zeker.
Onveiligheid, onzekerheid, onduidelijkheid, ze horen bij het leven. En de enige manier om te kunnen omgaan met dat gegeven, is te wéten dat dat een gegeven is. Het besef dat er veiligheid bestaat, ontstaat pas door de kennis dat er ook onveiligheid bestaat. 
Het één bestaat niet zonder het anderen.

Iets om te overdenken:
Volgens de kwantumtheorie onderscheidt niets ons van de ander:

Kortom: jij en ik zijn één en dezelfde.
Wie heeft er dan gelijk?




CITATEN:


They who can give up essential liberty to obtain a little temporary safety deserve neither liberty nor safety.

Benjamin Franklin



Understand, our police officers put their lives on the line for us every single day. They've got a tough job to do to maintain public safety and hold accountable those who break the law.

Barack Obama



A man who has nothing for which he is willing to fight, nothing which is more important than his own personal safety, is a miserable creature and has no chance of being free unless made and kept so by the exertions of better men than himself.

John Stuart Mill




Waking up every day and loving someone who may or may not love us back, whose safety we can't ensure, who may stay in our lives or may leave without a moment's notice, who may be loyal to the day they die or betray us tomorrow - that's vulnerability.

Brene Brown



Cognitieve dissonantie: 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten