Ik realiseer me nu, zo'n veertig jaar later, dat de moraal van het liedje vooral was, dat een verandering van omgeving mogelijk alleen maar een optische illusie is. Je lot kun je waarschijnlijk niet ontlopen....
En of je nu híer bent, of dáár, je uitzicht is bovendien vaak een weerspiegeling van je innerlijke mentale staat van het moment.
Maar tóch, ik vind dat, nu mijn woonkamer vorige week een nieuw behangetje heeft gekregen, hij érg is opgeknapt. En dat mijn nieuwe uitzicht een weldaad is voor mijn ogen, én mijn welbevinden.
Wat is oorzaak, en wat is gevolg?
Kan een dun laagje vernis leiden tot een wezenlijke verandering?
Kleren maken de man? What you see is what you get? Voelen we ons fijner in een bekende omgeving? Of laten we ons graag iets wijsmaken?
Hoe beïnvloed onze omgeving ons eigenlijk?
Laten we eens kijken naar het apenkooiverhaal, een welbekende anekdote onder organisatie-veranderaars:
"Tien apen zaten in een kooi. In het midden van een kooi stond een trapladder. Op de trapladder lag een banaan. De brutaalste aap klom de trap op om de banaan te pakken. Op het moment dat hij de banaan bereikte zette de oppasser de waterkraan open en spoot alle apen onder met ijskoud water. Deze situatie herhaalde zich iedere keer als een aap de trap op ging en de banaan te pakken kreeg. Na een tijdje liet iedere aap de banaan liggen. Een van de apen werd nu uit de kooi gehaald en vervangen door een andere - nietsvermoedende - aap. De nieuwe aap zag de ladder met de banaan en liep de trap op. Op dat moment sprongen alle andere apen, die immers niet zaten te wachten op een koude douche, op de nek van de nieuwe aap en gaven hem een flinke aframmeling. De banaan bleef wederom onaangeroerd en ook de nieuwe aap deed geen poging meer om de banaan te pakken. Wederom werd een oude aap uit de kooi vervangen door een nieuwe aap. Ook deze aap deed een poging om de banaan te pakken en werd hardhandig afgestraft door de oude apen. Het ritueel herhaalde zich tot alle oude apen waren vervangen door nieuwe apen. Geen van de apen in de kooi was ooit natgespoten met ijskoud water. Toch bleef de banaan onaangeroerd. Moraal van het verhaal: "Dat doen wij hier (zo) niet! Waarom niet? Omdat we dat nog nooit (zo) gedaan hebben!"
Je vraagt je af, wanneer je dit verhaal kent, waarom o.a. arbeidsorganisaties nog steeds streven naar cultuurverandering. Het gedrag van collega's in míjn arbeidsorganisatie bijvoorbeeld, is in de bijna veertig jaar dat ik daar heb gewerkt, in de kern tijdens al die jaren níets veranderd. Talloze reorganisaties ten spijt.
Het liedje van Hildegard Knef klinkt daar nu nog precies zo als toen ik er begon met werken.
En in zo'n organisatie werken talloze mensen die zich niet echt gelukkig voelen in die cultuur. Hoe overleven ze dat?
Hoe kunnen zij zichzelf blijven en in hun kracht staan in een organisatie waar het dominante gedrag van de collega's nooit verandert en waar managers willens en wetens hooguit streven naar optische veranderingen?
Bijvoorbeeld door competenties te bedenken, zoals flexibiliteit, alleen maar uit moderniseringsdrift of omdat ze niet "achter kunnen blijven".
Veranderingen zijn niet altijd verbeteringen.
Moet je je aanpassen om jezelf te blijven? Je onderscheiden? Excelleren? In elk geval moet je "overeind blijven". En je eigen, natuurlijke, veranderingen integreren in de persoon die je altijd al was. Ouder worden gaat vaak gepaard met méér kennis, inzicht, vaardigheden, en een groter netwerk. En die kun je natuurlijk heel goed inzetten bij de veranderingen in je leven, die je niet kunt voorkomen, maar die voelen als een verlies. We houden nu eenmaal van zekerheden, routines, vaste werkplekken, tradities etc., omdat het leven ons door alle veranderingen die ongewenst op ons afkomen, al veel meer uitdagingen biedt, dan we aankunnen.
Als iemand (overheid, managers, kleine minderheden of wie dan ook) die vaste waarden van ons wil wegnemen -zonder visie, zonder plan, zonder rede, zonder overleg-, raken we van slag en worden we boos.
Dáár gaat volgens mij de discussie over Zwarte Piet dan ook over. De inbreuk die nu wordt gedaan op het voortbestaan van een eeuwenoud cultuurverschijnsel voelt als de zoveelste afbraak van vaste waarden in Nederland. Sinterklaas en Zwarte Piet zijn niet alleen verschijningsvormen in een kinderfeest, maar het zijn mythische figuren die vast verankerd zijn in ons collectieve geheugen. Níemand heeft daar ooit discriminerende of racistische gedachten bij gehad. Dat dat nu geopperd wordt, en dat daardoor een héél kleine minderheid een héél grote meerderheid een cultuurfenomeen mee dreigt te ontnemen, dát maakt boos. De beelden van Sint en Piet staan sinds de kinderjaren op ons netvlies gebrand en de liedjes zijn in ons geheugen gegrift. De beelden, melodieën en woorden maken deel uit van ons kind-zijn, ze zijn als het ware één van de laatste uitingsvormen van het kind in ons.
Een blauwe, of een regenboog-Piet, dat beeld staat zó ver van ons af, dat de grote meerderheid van Nederland er nog generaties voor nodig zal hebben om dat te kunnen internaliseren. En mogelijk lukt dat nooit.....
Laat Piet toch gewoon blijven wie hij altijd al was: een vrolijke deugniet, die de verbindende schakel vormt tussen de hoogverheven en onaanraakbare Sint aan de ene kant en het kinder-volk aan de andere kant.
Een optische verandering zou slechts een illusie zijn.
Laten we niet vergeten dat een verandering door de vervulling van de behoefte aan een nieuw behangetje voor velen al spannend genoeg is!
CITAAT: