Is ruimte gelijk aan leegte?
Ondanks hun verschillende gevoelswaarde zijn ze dat in hun hoedanigheid van begrensde oneindigheid vermoedelijk wél, want ze kunnen beiden gevuld worden.
Met materie. En met immateriële dingen zoals akties. Gebeurtenissen. Energie. Gedachten en ideeën. Ervaringen. Creativiteit. Gevoelens. En vooral ook: met tijd. Tijd is altijd en overal.....
Ruimte en tijd zijn relatieve grootheden.
Geméten tijd is namelijk in ons alledaagse leven niet hetzelfde als beleefde tijd. En toekomstige tijd is nóg lastiger vast te stellen.
Stel, je wilt heel graag met pensioen. Maar het duurt nog drie jaar voordat je mág. Hoe komt het dan dat dat vooruitzicht net zo langdurig kan lijken als de afgelopen veertig jaar?
De toekomstige tijd neemt dan dus gevoelsmatig veel meer ruimte in dan het verleden.
En stel dat in het afgelopen jaar een vervelende gebeurtenis plaatsvond die oneindig leek te duren, terwijl de rest van het jaar voorbijvloog.
Ik vraag me af hoe dat werkt als je je levenseinde gaat bereiken. Wordt de toekomstige tijd dan steeds korter in verhouding tot de verleden tijd? Of kunnen bijvoorbeeld ziekteverschijnselen de tijd eveneens eindeloos laten duren?
En wat kunnen we zeggen ten aanzien van ons bestáán? Dus niet in onze beleving, maar in onze ervaring.
Waar staan we het liefst?
In het verleden? In het heden? Of in de toekomst?
Ín de ruimte? Of búiten de ruimte?
Zijn we dromers, doeners of planners?
Hoe aanwézig ben je?
Vúl je de beschikbare ruimte? Of kruip je weg in een hoekje, en laat je liever anderen de ruimte vullen? Ben je een lezer en luisteraar of juist een prater en entertainer?
En als je normaalgesproken een luisteraar bent en omringd met druktemakers, en nú voor één keer wilt dat iedereen naar jou luistert? Hoe pak je dat dan aan? Weet je hoe je dan de nodige ruimte moet claimen ?
Dát is lastig! Je bent dat niet gewend, en hebt het nooit geleerd.
De ánderen, met het tegenovergestelde gedrag, hebben overigens geen idee hoe ze die ruimte moeten géven....
Je kunt dan boos worden op de anderen, maar eigenlijk bén je boos (of zou je dat beter kunnen zijn), op jezélf!
De feministische filosofe Luce Iragaray werkt met het psychologische begrip afsplitsing:
"In de psychoanalyse is het begrip “afsplitsing” bekend: de eigen negatieve eigenschappen worden dan aan een ander toegeschreven, en daarmee van de eigen persoon “afgesplitst”. Iragaray benadrukt dat het hier vaak om lichamelijke eigenschappen gaat, en dat degene aan wie deze als negatief ervaren eigenschappen worden toegeschreven, veelal een buitenstaander is: de andere, de vreemdeling, de vrouw. Dit kan gemakkelijk tot discriminatie leiden." aldus Wikipedia.
We doen het zelf, dit afsplitsen, én het overkomt ons. Ongewild, vaak onbewust. Terwijl er toch gewoon altijd ruimte is voor ons allemaal? Voor ieder van ons, met zijn bijzondere kwaliteiten én zijn vervelende beperkingen. We zijn samen in één ruimte met anderen, en herkennen soms hun "positie" niet. We zijn te gepréoccupeerd met onze eigen positie, om die van de anderen goed te kunnen zien.
Maar mensen verschillen nu eenmaal van elkaar: bijvoorbeeld de ene voetballer is liever aanvaller, de ander verdediger.
Voor een goed resultaat zullen ze zich moeten inleven in de ander, en hun positie op het veld in goed overleg moeten bepalen, zodat ze een mooie combinatie op de mat kunnen leggen.
Hun aktie kan dan bij hen beiden leiden tot een gemoedstoestand, die kan aanvoelen als volledig tijdloos....
Het omgekeerde komt ook voor: als de spelers kiezen voor afsplitsing en de verantwoordelijkheid voor het resultaat bij de ander neerleggen, dan duurt zo'n wedstrijd eindeloos.
Een voetbalwedstrijd als metafoor van het leven.
In het dagelijks leven gebeurt namelijk hetzelfde. Het is belangrijk dat we ons niet "afsplitsen", dus dat we goed bij onszelf blijven, én bij anderen. Verschillen erkennen en accepteren.
De ene mens staat tenslotte liever in het veld, de ander op de tribune. Of binnen de muren, of erbuiten. In de kou, of in de warmte. Ieder voelt zich het meest op zijn gemak op zijn eigen plek. Hoewel in de loop van een leven voorkeuren wel kunnen veranderen.
Daarmee beïnvloeden we elkaar, en elkaars levensloop voortdurend. In een eeuwig continuüm.
In gezamenlijkheid.
En in steeds veranderende posities in tijd en ruimte.
Wanneer we elkaar zien staan zoals we werkelijk zijn, dan wordt de ruimte gevuld met zinvol besteedde tijd en niet met leegte.
CITAAT:
Learn from yesterday, live for today, hope for tomorrow. The important thing is not to stop questioning.
Albert Einstein
When you are courting a nice girl an hour seems like a second. When you sit on a red-hot cinder a second seems like an hour. That's relativity.
Albert Einstein
Toen ze een meisje was van zeventien
moest ze een hele middag erwtjes doppen
op het balkon. Ze wou de teil omschoppen.
Ze was heel woest. Ze kon geen erwt meer zien.
Toen ging ze maar wat dromen, van geluk,
en dat geluk had niets van doen met erwten
maar met de Liefde en de Grote Verte.
Dat dromen hielp. Het scheelde heus een stuk.
En dat is meer dan vijftig jaar terug.
Ze is nu zeventig en heel erg fit
en altijd als ze ‘s middags even zit,
mijmert ze, met een kussen in de rug,
over geluk en zo… een beetje warrig,
maar het heeft niets te maken met de Verte
en met de Liefde ook niet. Wel met erwten,
die komen altijd weer terug, halsstarrig.
Ach ja, zegt ze. Ik kan mezelf nog zien,
daar in mijn moeders huis op het balkon,
bezig met erwtjes doppen in de zon.
Dat was geluk. Toen was ik zeventien.