Kent u die sketch nog, uit de Snip en Snap-revue (De Mop): "Het is níet mijn broer, en tóch is het de zoon van mijn vader. Rara, wie ben ik...?"
Tja, wie ben ik?
Wie zijn wij?
Wat maakt ons tot de persoon die we zíjn?
Hoe krijgen we een afgerond beeld van onszelf? En bestaat dat überhaupt?
Wikipedia zegt: "De vraag naar de persoonsidentiteit van iemand is een centrale vraag in de filosofie van de geest. Filosofisch verstaat men onder persoonsidentiteit de unieke numerieke identiteit van een persoon door de tijd heen. Men vraagt hier dus naar wat een persoon op twee tijdstippen tot dezelfde persoon maakt. Klassieke oplossingen wijzen naar het lichaam enerzijds en anderzijds naar een bepaalde continuïteit van de geest, zoals een continuïteit van herinneringen of bewustzijn."
Die continuïteit is dus een probleem. Want zowel lichaam als geest veranderen voortdurend. We worden niet alleen ouder, maar zijn ook eeuwigdurend aan groei en verval onderhevig. Constante celvernieuwing en constante geestelijke ontwikkeling.
We spelen een rol in een wereldtoneel, die -als we maar tijd van leven hebben- ook télkens verandert: van dochter worden we tot volwassene, echtgenote, moeder, oma... Even een ander pruikje op, brilletje veranderen en ons typetje is weer klaar voor de volgende levensfase.
Maar om iemand door de jaren heen te kunnen herkennen, is méér nodig: de stem, de manier van praten, bewegen, lichaamsvorm en -houding, iemands handen, etc. geven ons de informatie die nodig is om het "platte" beeld van het typetje aan te vullen. En dan hebben we het nog niet eens over karakter gehad. Over omstandigheden. Levensgebeurtenissen. Gezondheid en ziekte.
En dan ons zelfbeeld.
De spiegel geeft ons een glimp van onze eigen uiterlijke verschijning. En ons bewustzijn geeft ons een blik op het innerlijk beeld dat we van onszelf hebben.
We zien onszelf dus nooit volledig.
En tóch weten we wie we zijn.
We kunnen het misschien niet goed onder woorden brengen, maar ons eigen gevoel ként ons.
Waar we aardig zicht op hebben zijn de volgende aspecten van onszelf:
Naam, geslacht, leeftijd, lengte en gewicht, lichaamsmaten, kleur van huid, haar en ogen, persoonlijkheidskenmerken als vriendelijkheid en extraversie, betrouwbaarheid en zelfvertrouwen, levensgeschiedenis, sociale achtergrond, intelligentie, humor, en niet te vergeten: opleiding en beroep.
Wat je doet, is wie je bent.
In de loop der jaren bouw je een identiteit op, een min of meer afgerond zelfbeeld. Dat gaat volgens Erik Eriksen (psycholoog) als volgt:
- babytijd (0-1 jaar): ontwikkeling van vertrouwen of wantrouwen;
- peutertijd (2-3 jaar): ontwikkeling van autonomie of schaamte;
- kleutertijd (4-6 jaar): ontwikkeling van initiatief of schuld;
- kindertijd (7-13 jaar): ontwikkeling van vlijt of minderwaardigheid;
- adolescentie (14 jaar tot midden twintig): ontwikkeling van identiteit of rolverwarring;
- vroege volwassenheid (midden twintig tot begin veertig): ontwikkeling van intimiteit of isolatie;
- middenvolwassenheid (begin veertig tot midden zestig): ontwikkeling van zorg voor komende generaties of stagnatie;
- late volwassenheid (vanaf midden zestig): ontwikkeling van integriteit of wanhoop.
Toen ik op mijn 38e ziek werd, moest ik mijn nieuwe "ik" ontdekken. Mijn innerlijk en uiterlijk waren niet veranderd, maar ik kon van het ene op het andere moment veel dingen niet meer doen die ik voordien wél deed. Vooral de dingen die ik eerder op de "automatische piloot" deed, brachten me in verwarring, omdat ik me er telkens te laat van bewust werd dat ik ze niet meer kon doen toen mijn ziekte toesloeg.
Lichaam en geest moesten duidelijk eerst weer aan elkaar wennen.
Wikipedia: "Men stelt over het algemeen dat de persoonlijke identiteit bestaat uit drie elkaar beïnvloedende componenten, de cognitieve component waarmee zelfwaarneming kan worden toegepast, de affectieve component waarmee wordt waargenomen en gevoeld en zelfevaluatie mogelijk wordt en de conatieve component waarmee het handelen tot stand komt."
Zo, nou hoort u het eens van iemand anders.....:).
Ik ben een jaar geleden gestopt met werken. Mijn conatieve component is dus weer ingrijpend veranderd. Heeft dat mijn identiteit veranderd? Of ben ik nu nog steeds wie ik altijd was? Ik hoef bepaalde taken niet meer te doen, en kan dat fysiek ook niet meer, maar het bijpassende gedrag van toen maakt nog steeds terdege deel uit van mijn persoonlijkheid en arsenaal aan vaardigheden.
Wat je deed, is wie je bent?
In mijn hart voel ik mij soms nog steeds het meisje van toen. En de sportieve jongeling. De aktieve multitasker. De hardwerkende professional.
Sommige mensen, degenen die mij al lang kennen, zien die aspecten nog steeds in me. Maar degenen die me nú pas ontmoeten, zien een hulpbehoevende, middelbare invalide in een rolstoel.
En vaak heb ik het gevoel dat de toekomst me heeft ingehaald: mijn leefsituatie past veel meer bij de leeftijdsgroep 80+, dan bij mijn werkelijke leeftijd. En dat heeft natuurlijk ook effekt op mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik zit al láng in Eriksen's fase 8, terwijl ik daar nog helemaal niet thuishoor....
Verleden, nu en toekomst geïntegreerd?
Dus wanneer je naar me kijkt, zie je mogelijk niet de héle werkelijkheid.
Daarom blijft de niet te beantwoorden filosofische vraag:
Rara, wie ben ik?
CITAAT:
In the social jungle of human existence, there is no feeling of being alive without a sense of identity.
Erik Erikson
I came to believe that my true identity goes beyond the outer roles I play. It transcends the ego. I came to understand that there is an Authentic 'I' within - an 'I Am,' or divine spark within the soul.
Sue Monk Kidd
Joy, rather than happiness, is the goal of life, for joy is the emotion which accompanies our fulfilling our natures as human beings. It is based on the experience of one's identity as a being of worth and dignity.
Rollo May
De mop
http://www.yourepeat.com/watch/?v=GU5VMqhUbA4
Boutje, moertje, nippeltje