Hebt u een engeltje op uw schouder?
We zien in dit beeld vaak twee betekenissen: als een beschermengeltje, maar ook als ons geweten dat ons goede raad influistert.
Dat engeltje komt daar niet uit zichzelf zitten. Gewetensvorming is een complex proces, en neemt vele jaren in beslag.
Hieronder geef ik een uiteenzetting van een bepaalde visie op dit onderwerp (Lawrence Kohlberg):
"Ieder mens heeft een aangeboren gevoel voor goed en kwaad (rechtvaardigheidsgevoel). De ontwikkeling verloopt na de geboorte globaal als volgt:
1. Preconventionele stadium
Fase 1: (kleutertijd)
Verschil tussen goed en kwaad leren door straf voor “stoute”dingen
Fase 2:
Kinderen ervaren dingen als goed die prettig voor ze zijn op basis van hun eigen belevingswereld.
2. Conventionele stadium
Fase 1: (lagere school)
Kinderen beschouwen als goed en rechtvaardig wat door hun omgeving als
zodanig wordt aangemerkt
Fase 2: (pubertijd)
In deze periode gebeurt hetzelfde, maar dan is de sociale omgeving ruimer.
3. Postconventionele stadium
Fase 1:
Er ontstaat een besef van universele waarden, die kunnen dienen om heersende sociale normen te toetsen op rechtvaardigheid
Fase 2:
Men staat stil bij de eigen verantwoordelijkheid bij de beslissing welke regels men wel en welke men niet wil naleven.
Niet iedereen bereikt het derde stadium. En ook degenen die het wel
bereiken zullen, vooral op de momenten dat ze op de automatische piloot varen, regelmatig of zelfs voortdurend terugvallen op het eerste en tweede stadium. Op zich is dat een goed
overlevingsmechanisme, want het kost erg veel energie om je constant bewust te zijn van je keuzes.
Tot de puberteit leert een kind dus aan de hand van de normen van het gezin. Dat is de plek waaraan het gebonden is en zich veilig kan voelen. Met andere woorden: binding en veiligheid horen bij elkaar. Het is een voorwaarde voor het doormaken van een normale ontwikkeling.
Bij een normale ontwikkeling hoort vervolgens dat het kind zich losmaakt van het ouderlijk huis en zich richt op de vriendengroep. Daar ontstaat een nieuwe binding en een nieuw/ander normbesef: om bij die groep te horen behoor je je als puber te conformeren aan die nieuwe/andere codes (bijvoorbeeld “kledingvoorschriften”, roken, drinken, muziek, attributen, vriendelijk/agressief gedrag).
Het kind zet zich af tegen de oude normen, maar heeft de veiligheid van nieuwe normen en binding nodig als overlevingsmechanisme.
Tegen de tijd dat een jongere een partnerkeuze maakt, zelfstandig gaat wonen, zelf kinderen krijgt, ontstaat de mogelijkheid om eigen waarden te ontwikkelen als gevolg van zelf ondervonden verantwoordelijkheden.
Afhankelijk van de persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden en zelfbewustzijn grijpt men in meerdere of mindere mate terug op vroeger geleerde normen. Het hangt af van de mate van dwang vanuit de vroegere groep en de afhankelijkheid daarvan of men meer of minder ruimte krijgt om eigen – andere – keuzes te maken. Ook heeft eenieder patronen ontwikkeld waar men zich slechts met moeite van kan losmaken.
Kortom, het ontwikkelen van eigen waarden , en daarmee een sterk geweten, is en blijft een moeizaam proces.
Want, de behoefte om ergens toe te (blijven) behoren blijft:
- bij de familie
- de kerk
- de vriendengroep
- een arbeidsorganisatie.
Die gebondenheid is een basisvoorwaarde om vrijheid te kunnen voelen. We leren het indringenst van het samenleven met anderen: enerzijds willen we met die ander samensmelten en anderszijds voelen we de angst totaal opgeslokt te worden en daarmee vervolgens de behoefte om onze eigen grenzen af te palen. Met andere
woorden: zonder samensmelting ontstaat er geen behoefte aan eigenheid."
Even heel kort samengevat: ons geweten komt tot stand door sociale interactie. Onze omgeving is daarbij bepalend voor de mate waarin en de wijze waarop ons geweten is ontwikkeld.
Onze drang om ergens bij te horen is zó sterk ontwikkeld, dat we zelfs bereid zullen zijn om anderen pijn te doen als dat nodig is om in die eigen behoefte te voorzien.
Wat verder erg belangrijk is voor de sociale interactie is ons empatisch vermogen. We zien iemand iets doen, en zijn vanzelf geneigd om dat na te doen. Dat heeft niets te maken met denken of voelen, maar met onbewuste hersenprocessen. Onze spiegelneuronen zorgen ervoor dat bijvoorbeeld tijdens een bokswedstrijd een groot deel van het publiek aan het luchtboksen is.
Ik vind die mensen malloten, maar ze zijn beslist niet anti-sociaal. Ze zijn dus eerder té empathisch. Wát een paradox.
Want ze missen dus wel een bepaalde impulscontrole.
En wat dan te denken van onze vrije wil?
Bestaat die wel?
Zijn wij als individu volledig verantwoordelijk voor ons handelen? Juridisch uiteraard wel, maar praktisch gezien het vorenstaande ook?
En wat zegt dit over het morele handelen van pubers?
Bij agressieve pubers is er duidelijk iets mis gegaan bij het opgroeien.
Wie valt dat te verwijten?
Het opvoeden van een kind is volgens mij de zwaarste levensopgave die je als mens kunt krijgen. Van een kind houden is niet genoeg; er komt zoveel meer bij kijken en er kan dus veel fout gaan.
En wie helpt je erbij?
Dat gaat zo hap-snap hier in Nederland. Als je als ouder de weg niet weet te vinden bij begeleidingsinstanties, dan ben je te laat. Want pas als het mis gaat, komen jeugdzorg en kinderbescherming in beeld. Repressief.
Waarom niet zorgen en beschermen als het nog góed gaat?
Ál die zorginstellingen, huisartsen, verloskundigen, kinderopvang en onderwijzers zouden toch hun krachten kunnen bundelen en preventief te werk kunnen gaan?
Onze zwaar geïndividualiseerde samenleving heeft houvast nodig, en onze kinderen verdienen de beste begeleiding die wij ze kunnen bieden!
Dus waar wachten we/ze op?
CITAAT:
An individual who breaks a law that conscience tells him is unjust, and who willingly accepts the penalty of imprisonment in order to arouse the conscience of the community over its injustice, is in reality expressing the highest respect for the law.
Martin Luther King, Jr.
There is a higher court than courts of justice and that is the court of conscience. It supercedes all other courts.
Mahatma Gandhi
Since many of you do not belong to the Catholic Church and others are non-believers, from the bottom of my heart I give this silent blessing to each and every one of you, respecting the conscience of each one of you but knowing that each one of you is a child of God.
Pope Francis
Compassion is a feeling from deep in the heart that you cannot bear someone else's suffering without taking steps to relieve it.
Dalai Lama
Geen opmerkingen:
Een reactie posten