"Hoe je woont, maakt wie je bent".
Deze uitspraak hoorde ik afgelopen week van iemand die zijn huis niet kon verlaten vanwege de herinneringen aan zijn overleden vrouw. En in dezelfde week verhuist een vriendin in gelijke omstandigheden desondanks wél.
Kun je gevoelens en herinneringen materialiseren? Worden ze gedragen door plekken en voorwerpen? Of draag je ze met je mee ongeacht waar je bent?
Zoals dromen?
Vroeger zocht ik in mijn nachtelijke droomhuizen kennelijk mijzelf. Telkens waren er nieuwe kamers, hoekjes en kasten te ontdekken. Soms licht, soms donker, schoon of stoffig. Mijn droomwereld als verbeelding van mijn innerlijke realiteit. En misschien ook wel van de uiterlijke. Maar in elk geval van mijn persoonlijke ontwikkeling.
Kun je ook zo naar huizen en hun interieur kijken?
Dat je ziel de binnenkant van je huis weerspiegelt. En je uiterlijk de buitenkant ervan. En omgekeerd. En dat je ego bepaalt of je gelukkig en tevreden bent met zowel de binnenkant, de buitenkant als de omgeving?
Wat betekent ons huis voor ons?
Sociaal, fysiek, mentaal, psychologisch, economisch?
Veilige muren waarbinnen je je thuis voelt, je huis als thuis waar je jezelf kunt zijn. Omgeven door je eigen spulletjes. Waar je zonder schaamte kunt doen en laten wat je wilt. Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. Het mag er netjes zijn, of rommelig. Lekker warm of juist lekker fris. Donker, kaarsjes aan, of veel licht. Gedekte kleuren of heel fel. Meubels van de IKEA of juist heel luxe design. Aangeharkt tuintje, of juist niet. Schone stoep.
De kern van de zaak is dat je je er fijn voelt, op je gemak. Dat je er je eigen wereld creëert. In tegenstelling tot de buitenwereld, die niet van jou is. Dat is gedeelde ruimte. En daar heb je dus een andere verantwoordelijkheid. Minimaal kun je ervoor zorgen dat je daar niet tot overlast bent.
Zelf heb ik inmiddels in zeven verschillende huizen gewoond. Voor de huizen van mijn jeugd heb ik mij vroeger geschaamd. Ze waren tamelijk armoedig. En ik vraag me weleens af, of ik, nu ik ouder ben en minder gevoelig voor schaamte, of ik mij daar nu meer op mijn gemak zou voelen. Zouden status en comfort nog steeds van invloed zijn op mijn welbevinden op dit moment?
Of kan ik tegenwoordig overal mezelf zijn?
En als dat zo is, verbeeld ik mij dat dan omdat ik nu een tikkeltje last van verbeelding heb? Omdat ik nu kan redeneren vanuit een relatief luxe positie? Kun je persoonlijke ontwikkeling doormaken als je woon-omstandigheden dat niet doen?
Wie je bent, maakt hoe je woont?
CITATEN:
We keep moving forward, opening new doors, and doing new things, because we're curious and curiosity keeps leading us down new paths. - Walt Disney
I was born on the other side of the tracks, in public housing in Brooklyn, New York. My dad never made more than $20,000 a year, and I grew up in a family that lost health insurance. So I was scarred at a young age with understanding what it was like to watch my parents lose access to the American dream.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten