Wat hen ertoe aanzet om dingen te doen. Of juist dingen niet te doen. Waarom ze letterlijk in beweging komen of juist lekker blijven zitten waar ze zitten.
Dingen die voor onszelf zó vanzelfsprekend zijn om wél te doen, dat we er niet meer over nadenken waarom we ze doen en hoe wij ze aanpakken. En dan kunnen we met ons verstand heel goed beredeneren dat die ánder een andere persoonlijkheid heeft, met eigen motieven en eigen psychologische grenzen, en daarom andere keuzes maakt, maar in ons gevoel en in onze verwachtingen zijn we dan tóch in hen teleurgesteld, wanneer zij dingen nalaten, die voor ons belangrijk zijn.
We kunnen hun keuze om níet in beweging te komen gewoonweg niet begrijpen.
Want we houden van die persoon. Zó veel, dat het moeilijk is om de verschillen tussen ons te herkennen en te erkennen.
Waar komt dat vandaan?
Kwamen die verschillen niet eerder tot uiting en konden we ze daarom niet zien?
Of zijn we in de loop der jaren allebei ongemerkt veranderd?
Zijn we zelf gegroeid en opmerkzamer geworden? En minder naïef?
Kan het zijn dat het vanuit een behoefte aan zélferkenning is? Als een ander dingen op een andere manier aanpakt dan wijzelf (zouden) doen, zijn we dan misschien stiekum bang dat wíj dan iets fout doen? Stellen we bijvoorbeeld te hoge eisen aan onszelf? Bewaken we onze eigen grenzen wel voldoende?
Waarom willen we toch zo graag lijken op onze geliefden? Of willen we dat zij op ons lijken? Tenslotte hebben we allemaal wel een klein beetje een narcistisch trekje!
Bij gelijkenis hoeven we in elk geval niet na te denken over verschillen. We hoeven dan de beweegredenen van die ander niet te begrijpen, want die zouden we al kénnen. Automatisch.
En we zouden vanwege de voorspelbaarheid nooit bang hoeven te zijn om gekwetst te worden.
Maar ja, zo is het leven nu eenmaal niet.
Relaties bestaan deels bij de gratie van wederkerigheid. "Als ik iets voor jou doe, dan doe jij misschien ook wel wat voor mij". We zetten onbewust onze diensten in als ruilmiddel. En verwachten onuitgesproken een zelfde soort dienst terug....
Daarom valt ons onze eigen irritatie vervolgens tendeel, als die verwachting niet uitkomt.
Als we bijvoorbeeld zélf erg van aanpakken weten. We zijn gedreven, doortastend, perfectionistisch. De teleurstelling kan dan overweldigend zijn als we geconfronteerd worden met - schijnbare - nonchalance. Het is dan best moeilijk om boven onszelf uit te stijgen en te begrijpen dat die nonchalance een uitingsvorm kan zijn van een dieperliggend probleem. Bijvoorbeeld van angst. Of van onkunde of onvermogen. Of ziekte. Of welk probleem dan ook.
En te begrijpen dat het dan niets oplost als we de ander nonchalance verwijten.
Hoe transformeren we niet-begrijpen in begrip? Want soms is dat beter voor ons en onze gemoedsrust. De verantwoordelijkheid voor het bereiken daarvan ligt bij onszelf.
Maar hoe doe je dat dan? Dat is niet altijd even makkelijk.
"Tom Poes, verzin een list!"
Het antwoord ligt hoe dan ook altijd in onszelf.
En wat als er situaties zijn die je niet kunt oplossen? Hoe erg is dat?
Misschien moeten de tere zieltjes onder ons dan eens vaker denken: "So what!".
I am perfect as i am. And life is beautiful anyway....
CITAAT:
One of the most beautiful qualities of true friendship is to understand and to be understood.
We are afraid to care too much, for fear that the other person does not care at all. - Eleanor Roosevelt
We cannot conceive of matter being formed of nothing, since things require a seed to start from... Therefore there is not anything which returns to nothing, but all things return dissolved into their elements.
Nothing in life is to be feared, it is only to be understood. Now is the time to understand more, so that we may fear less.