Door de eeuwen heen wordt er in oorlogstijd tijdens de kerstdagen meestal een staakt-het-vuren afgesproken. Kerst hoort vredig te zijn.
Ik wil dat ook!
Maar dat lukt me niet altijd: vredig zijn, bedoel ik. In de afgelopen dagen was ik weer erg boos. Terwijl ik dat helemaal niet wil zijn. Dat is ook niet goed voor me.
Wat was er aan de hand?
Het gaat al een tijdje niet zo goed met me, fysiek. De huisarts besloot mij te laten opnemen in het ziekenhuis, voor onderzoek. Echter, daar aangekomen, bleken de artsen daar niet erg happig op. Ik moest onverrichter zake weer naar huis. Terwijl ik echt doodziek was. Maar ze hadden niet gerekend op mijn verbale vaardigheden en mijn vasthoudendheid. Dus werd ik toch opgenomen; vervolgens werden achtereenvolgens zes artsen in stelling gebracht om mij ervan te overtuigen dat er geen onderzoek nodig was. Uiteindelijk lukte het mij toch om te bewerkstelligen dat de zevende arts wél onderzoek deed.
Maar dat lukt me niet altijd: vredig zijn, bedoel ik. In de afgelopen dagen was ik weer erg boos. Terwijl ik dat helemaal niet wil zijn. Dat is ook niet goed voor me.
Wat was er aan de hand?
Het gaat al een tijdje niet zo goed met me, fysiek. De huisarts besloot mij te laten opnemen in het ziekenhuis, voor onderzoek. Echter, daar aangekomen, bleken de artsen daar niet erg happig op. Ik moest onverrichter zake weer naar huis. Terwijl ik echt doodziek was. Maar ze hadden niet gerekend op mijn verbale vaardigheden en mijn vasthoudendheid. Dus werd ik toch opgenomen; vervolgens werden achtereenvolgens zes artsen in stelling gebracht om mij ervan te overtuigen dat er geen onderzoek nodig was. Uiteindelijk lukte het mij toch om te bewerkstelligen dat de zevende arts wél onderzoek deed.
Pure Kafka....
Bureaucratie, protocollen, logistieke plaatjes, en verantwoordelijkheden afschuiven: dat is wat er gebeurde.
Over twee weken wordt het nieuwe ziekenhuis geopend. Prachtig hoor, maar wat zouden de kosten daarvan zijn?
En wat gebeurt er met de zieke patiënt?
Ik word zo moe van strijd in de zorg!
Dat brengt mij op mijn situatie bij de thuiszorg.
Als lid van de cliëntenraad van thuiszorg Maartje heb ik enkele weken geleden een notitie geschreven over het omgaan met bezuinigingen en de consequenties daarvan voor cliënten.
Hieronder volgt de integrale weergave daarvan.
MAARTJE HEEL DE MENS
Kwaliteit van zorg, nu en in de toekomst, vanuit cliëntperspectief
Brainstorm-notitie
in deze tijd van bezuinigingen en bijbehorende servicebeperkingen en korting op indicaties, stel ik voor om eens van gedachten te wisselen over de betekenis van de slogan “heel de mens”. Met de vraag of we daar in de toekomst een (nieuwe) concrete invulling aan kunnen geven. Bij deze mijn voorzetje:
Inleiding
Het lijkt wel of organisaties in de thuiszorg tegenwoordig hetzelfde meemaken als hun progressief chronisch zieke cliënten: ze moeten inleveren! Verlies van functie, van mogelijkheden en van inkomen. Als ervaringsdeskundige weet ik dat je elke keer bij verlies door een rouwproces moet. Maar het leven gaat wel door dus je moet het voor jezelf oplossen. Mijn manier is: schrikken, slikken en dan doorgaan!
Maartje maakt dit nu ook mee. En vooral de basismedewerkers voelen dat aan den lijve. Voor zichzelf qua inkomen en manier van werken, maar ook daar waar hun passie ligt: in het service kunnen verlenen aan cliënten. Met name hún rouwproces richt zich daardoor nu op de betekenis van de slogan Maartje Heel de mens.
Deze notitie is nu van mijn kant een poging om hén te helpen. Door een discussie op gang te brengen over inhoud en betekenis van de slogan, nu en in de toekomst. Want ik weet als geen ander, dat je alleen verder komt, door deze gedachte: “Blijf niet hangen in wat niet meer kan, maar ga doen wat wel kan “.
Ik ben sinds ongeveer twee jaar in zorg bij Maartje, en in die tijd is mij eigenlijk nooit helemaal duidelijk geworden wat de slogan “heel de mens” nu precies inhoudt. Wens-tijden, een visje van de markt. Ach ..... Ik heb het voor mezelf altijd maar zó vertaald als: “iets extra’s doen voor de cliënt.” En met dát als uitgangspunt heb ik telkens haarfijn aangevoeld welke van mijn verzorgenden een “Maartje” zijn, en welke niet.
Is dat subjectief? Natuurlijk. Want zorg is subjectief. Mensenwerk.
Of kun je mijn beleving ook objectiveren? Veralgemeniseren? Wanneer de “extra’s” uit het verleden niet meer mogelijk zijn, kun je “heel de mens” dan tóch in de cultuur tot uitdrukking blijven laten komen? Een Maartje-cultuur? En wat is dat dan? En hoe doe je dat dan?
Heel de mens
Verzorgenden, de direct uitvoerenden dus, zijn naar mijn mening het gezicht van de organisatie. Zij zijn daarmee de cultuurdragers. Dragen dagelijks de organisatievisie uit tijdens hun contact met de cliënt. Dus als er een algemene Maartje-cultuur bestaat, dan moet die toch ook bepalend zijn voor een specifiek soort zorgkwaliteit?
Staat Maartje bijvoorbeeld voor: Alles in onderlinge samenhang bezien?
Dan zouden dit de uitgangspunten kunnen zijn voor het bepalen van de Maartje-waarden mbt kwalitatief goede zorg, waarbij als achterliggende stelling geldt: “Een blije, tevreden verzorgende zorgt voor een blije, tevreden cliënt”.
1- Kwaliteit van zorg en tevredenheid daarover worden bepaald in de directe interactie tussen zorgverlener en zorgontvanger, tijdens het dagelijks handelen.
2- Goede zorg is derhalve situationeel gebonden, wordt subjectief beleefd, en is tegelijkertijd een groeiproces. Een proces waarin zorgverlener en -ontvanger evenwaardige partners (behoren te) zijn. Die in elkaar investeren. Die, al doende, sámen hun "zorgstandaard" ontwikkelen.
Toekomstvisie
Als je geen extra tijd en geen visje meer kunt geven, wat dan wél? Dan moet je je er volgens mij als organisatie sterk voor maken dat je echte Maartjes inzet. En die onderscheiden zich volgens mij van anderen door deze waarden:
- Grote handelingsvaardigheid
- Betrokkenheid en inzet
- Oprechte aandacht.
- Onderlinge wisselwerking.
Dat laatste is essentieel. Iedereen kent het fenomeen dat je van de ene mens energie krijgt, en dat de ander je leegzuigt. De eerste heb je graag om je heen, en de tweede vermijd je het liefst. Maar het mooiste is het gevoel als geven en nemen met elkaar in balans zijn.
En contact en daarmee uitwisseling van energie zijn en blijven er tussen cliënt en medewerker nu eenmaal volop. Of je als cliënt nu 10 minuten zorg krijgt, of drieënhalf uur per dag, dat maakt in principe niet uit. Dus daar ligt volgens mij het aangrijpingspunt voor de discussie over de invulling van de slogan heel de mens.
En dat betekent volgens mij dat de organisatie heel goed moeten kijken naar welke koppeltjes gevormd worden.
Conclusie
Dus behalve algemene (maartje)kwaliteitseisen die je aan verzorgenden stelt Is het voor cliënten van levensbelang dat je de (voor jou) juiste mensen over de vloer krijgt.
Een goede match zorgt voor iets extra’s, namelijk elkaar aanvullende energie. Daar worden dus zowel wij als de verzorgenden “beter” van!
En daarmee hebben wij dan beiden, cliënt en verzorgende, baat bij het onderlinge contact en is de slogan “heel de mens” voor alle mensen in het primaire proces weer van toepassing geworden.
Fem 19-11-2015.
Zie eventueel ook mijn blog over kwaliteit van zorg;
http://femdijkman.blogspot.nl/2015/06/kwaliteit-van-zorg.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten